What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
B&F, Staal, Spelling blok 5 week 1 les 3
Spelling blok 5 week 1 les 3
Het onderwerp
Doel: Het herkennen van het onderwerp
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 5
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling blok 5 week 1 les 3
Het onderwerp
Doel: Het herkennen van het onderwerp
Slide 1 - Slide
Wat komt er aan het eind van deze zin?
Ella en Simon zitten in groep 5 van de Centrumschool in Zwolle
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken
D
komma
Slide 2 - Quiz
Wat komt er aan het eind van deze zin?
Vandaag maken ze mooie tekeningen voor juf Merel
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken
D
komma
Slide 3 - Quiz
Wat komt er aan het eind van deze zin?
Morgen komt zij met Sofietje langs
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken
D
komma
Slide 4 - Quiz
Wat komt er aan het eind van deze zin?
Krijgen ze dan beschuit met roze muisjes
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken
D
komma
Slide 5 - Quiz
Juf zit al in de klas.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 6 - Open question
De les begint op tijd.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 7 - Open question
Hoe ben je achter de persoonsvorm gekomen?
Slide 8 - Open question
Het onderwerp
Wie/wat + persoonsvorm?
Juf
zit
al in de klas.
De les
begint
op tijd.
Slide 9 - Slide
Onthouden!
Je vindt het onderwerp door te vragen:
wie of wat + persoonsvorm
Slide 10 - Slide
Ella en Simon
zitten
in groep 5 van de Centrumschool in Zwolle.
Wat is het onderwerp?
Wie of wat + persoonsvorm
Wie zitten?
Ella en Simon
Ella en Simon = onderwerp
Slide 11 - Slide
Probeer het nu zelf. Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
Zij fluisteren naar elkaar.
A
Zij
B
fluisteren
C
naar
D
elkaar
Slide 12 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
De roeiboot lekt sinds gisteren.
A
De roeiboot
B
lekt
C
sinds
D
gisteren
Slide 13 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
Franka schreeuwt naar Joep.
A
Franka
B
schreeuwt
C
naar
D
Joep
Slide 14 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
Nordin pakte zijn gitaar.
A
Nordin
B
pakte
C
gitaar
Slide 15 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
Hij was al laat voor muziekles.
A
Hij
B
was
C
laat
D
muziekles
Slide 16 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
Snel deed hij de gitaar in de hoes.
A
Snel
B
deed
C
hij
D
de hoes
Slide 17 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
Bram rende met hem mee.
A
Bram
B
rende
C
hem
D
mee
Slide 18 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
In het lokaal blafte de hond heel hard.
A
het lokaal
B
blafte
C
de hond
D
hard
Slide 19 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin? (denk aan: Wie/wat + persoonsvorm?)
De lerares aaide de hond over zijn kop.
A
De lerares
B
aaide
C
de hond
D
kop
Slide 20 - Quiz
Goed gewerkt, trots op jullie!
Je maakt nu de les in Gynzy; blok 5 week 1 les 3
Slide 21 - Slide
More lessons like this
B&F, Staal, Spelling blok 5 week 1 les 3
December 2020
- Lesson with
33 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5
Staal, Spelling blok 5 week 1 les 3
February 2023
- Lesson with
21 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5
Onderwerp en stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
January 2023
- Lesson with
22 slides
Taal / spelling
Basisschool
Groep 5,6
T2L9: Supertalenten
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Persoonlijk voornaamwoord als onderwerp
September 2023
- Lesson with
17 slides
Instroom 1
Secundair onderwijs
Onderwerp en persoonsvorm
November 2023
- Lesson with
52 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
persoonsvorm en onderwerp
May 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands - onderwerp/persoonsvorm
Secundair onderwijs