This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
I. Mensen uit België, Spanje en Griekenland mogen in Nederland werk zoeken. II. Onder volgmigratie verstaan we het tijdelijk laten komen van kennismigranten en hun familie.
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist
Slide 2 - Quiz
Waarom kan Nederland niet helemaal zelf bepalen hoe haar toelatingsbeleid ten aanzien van immigranten eruitziet?
A
Omdat Nederland nog grenscontroles uitvoert binnen de Schengenzone
B
Omdat we ons moeten houden aan internationale verdragen, waaronder het VN-Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
C
Omdat de regels voor asielaanvragen van kennismigranten door multinationals worden bepaald
D
Omdat het Europees Parlement dat grotendeels vaststelt
Slide 3 - Quiz
Met welke reden kwamen in de jaren zestig en zeventig de meeste migranten naar Nederland?
A
Zij moesten vluchten voor verschillende burgeroorlogen die op dat moment gaande waren
B
Ze kwamen in het kader van gezinshereniging, omdat hun vaders en echtgenoten hier al eerder heen waren gekomen om te werken
C
Zij kwam op uitnodiging van Nederland, omdat er in Nederland een tekort was aan laaggeschoolde arbeiders
D
Zij waren voornamelijk kennismigranten, die in Nederland kwamen werken omdat hier een groeiende kenniseconomie was
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
In Nederland zie je in grote steden witte en zwarte scholen. Kun je daarom zeggen dat Nederland een gesegregeerde samenleving is? Geef in je antwoord ook aan wat segregatie inhoudt
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
1. De Nederlandse samenleving biedt ruimte voor het behoud van eigen tradities en gewoonten. 2. De Nederlandse overheid vraagt nieuwkomers de dominante cultuur in zijn geheel over te nemen. Welk begrip hoort bij welke uitspraak?
A
1 is assimilatie
2 segregatie.
B
1 integratie
2 segregatie.
C
1 is integratie
2 is assimilatie.
D
1 segregatie
2 is assimilatie
Slide 11 - Quiz
1. De Nederlandse samenleving biedt ruimte voor het behoud van eigen tradities en gewoonten. 2. De Nederlandse overheid vraagt nieuwkomers de dominante cultuur in zijn geheel over te nemen.
A
1 is juist
2 is onjuist.
B
1 is onjuist
2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Wat maakt mensen vatbaar voor extremisme/radicalisering?
timer
1:00
Slide 18 - Open question
Welke uitspraak is waar?
A
Radicalisering komt alleen voor bij jongeren met een migratieachtergrond
B
Er is een verband tussen de mate waarin mensen zich thuis voelen in Nederland en de kans op radicalisering
C
Radicalisering is verboden
D
Radicalisering ontstaat bijna altijd uit racistische motieven