What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.5 Dissimilatie
Dissimilatie
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Dissimilatie
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je kunt de aerobe dissimilatie van glucose beschrijven
Je kunt de
an
aerobe dissimilatie van glucose beschrijven
Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven
Slide 2 - Slide
Leg uit wat dissimilatie is.
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Dissimilatie
= het omzetten van grote organische moleculen in kleinere moleculen. Bij deze reactie komt energie (ATP) vrij.
- Altijd in alle organismen!
aerobe dissimilatie
= verbranding
anaerobe dissimilatie
= gisting
Slide 5 - Slide
Aerobe Dissimilatie
glucose wordt verbrand mbv zuurstof
hierbij ontstaan de anorganische moleculen CO2 en H2O
Verbranding in lichaamscellen vindt plaats in mitochondriën. In mithochondriën wordt tijdens verbrandingsprocessen ADP + P omgezet in ATP.
Slide 6 - Slide
Aerobe Dissimilatie
Slide 7 - Slide
Aerobe dissimilatie glucose in de mens
C
6
H
1
2
O
6
+
6
O
2
→
6
C
O
2
+
6
H
2
O
+
3
4
A
T
P
g
l
u
c
o
s
e
+
z
u
u
r
s
t
o
f
→
k
o
o
l
s
t
o
f
d
i
o
x
i
d
e
+
w
a
t
e
r
+
3
4
A
T
P
Slide 8 - Slide
Wat valt jullie op aan de reactievergelijking van glucose?
Slide 9 - Open question
Mitochondrium
Matrix is de vloeistof binnen het
binnenmembraan.
Vergelijk stroma bij calvincyclus
Binnenmembraan bevat eiwitten
die een rol spelen bij het vast- leggen van vrijgekomen energie op ATP.
V
ergelijk thylakoïdmembranen bij l
ichtreacties
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
welke organismen doen aan dissimilatie?
A
dieren, de meeste bacteriën, schimmels
B
planten en dieren en schimmels
C
dieren en schimmels
D
planten, dieren, bacteriën en schimmels
Slide 12 - Quiz
In welke van de twee cilinders blijft de kaars het langst branden?
A
cilinder met droge erwten
B
cilinder met geweekte erwten
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Opzoek opdracht BiNaS (68A)
Slide 16 - Slide
Aerobe afbraak van glucose
In het cytoplasma en het mitochondrium
1. Glycolyse
2. Decarboxylering (vorming acetyl-coA)
3. Citroenzuurcyclus
4. Oxidatieve fosforylering
Slide 17 - Slide
Glycolyse.
Paars = kost ATP
Rood = levert ATP op
Blauw = begin- en eindproduct.
Plaats: in cytoplasma
Grijs komt later.
Slide 18 - Slide
Stap 1: glycolyse (BiNaS 68B)
Glucose(C6)
wordt doormidden gesplitst in 2 moleculen
pyrodruivenzuur(C3)
In het cytoplasma, net buiten de mitochondrien.
Levert netto
2 ATP
(het kost 2 ATP en levert 4 ATP op)
Levert
2 NADH
moleculen
Slide 19 - Slide
Stap 1: glycolyse (BiNaS 68B)
Slide 20 - Slide
Stap 2: decarboxylering
(BiNaS 68C)
Pyrodruivenzuur (C3)
moleculen afgebroken tot
Acetyl-CoA (C2)
en een koolstofdioxide molecuul
(C1)
Vindt plaats in de matrix van mitochondriën
Geen zuurstof nodig
Levert
0 ATP
moleculen
Levert
2 NADH
moleculen
Slide 21 - Slide
Stap 2: decarboxylering
(BiNaS 68C)
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Stap 3: citroenzuurcyclus (BiNaS 68C)
Acetyl-CoA vormt samen met oxaalazijnzuur(C4) --> citroenzuur (C6)
Citroenzuur
wordt afgebroken tot
CO2 moleculen.
Vindt plaats binnenmembraan van mitochondriën
Geen zuurstof nodig
Levert
2 ATP
Levert
6 NADH en 2 FADH
(uit NAD+ en FAD die energierijke elektronen hebben opgenomen)
Slide 24 - Slide
Stap 3: citroenzuurcyclus (BiNaS 68C)
Slide 25 - Slide
Aan de slag!
- Lees paragraaf 3.5 t/m citroenzuurcyclus
- maken opdrachten 52
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Glycolyse
Welke uitspraak over de glycolyse is
niet
juist?
A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle cellen plaats.
Slide 28 - Quiz
Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?
A
1/2 x
B
1x
C
2x
D
4x
Slide 29 - Quiz
Bij oxidatieve fosforylatie worden de energierijke moleculen NADH en FADH2 omgezet. Bij welke processen zijn deze ontstaan?
A
N: glycolyse F: citroenzuurcyclus
B
N: glycolyse F: glycolyse + citroenzuurcyclus
C
N: glycolyse + citroenzuurcyclus F: citroenzuurcyclus
D
N + F: glycolyse + citroenzuurcyclus
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
https://www.bioplek.org/animaties/celademhaling/eindoxidatie.html
Slide 32 - Slide
Stap 4: oxidatieve fosfolyering
(68D)
= elektronentransportketen
Energie wordt vastgelegd in ATP
Vindt plaats binnenmembraan van mitochondriën
Zuurstof nodig (6 O2 moleculen)
Levert 34 ATP
NADH en FADH staan elektronen af en er ontstaan waterstofionen en NAD+ en FAD moleculen
Elektronen worden samen met waterstofionen(H+) gebonden aan zuurstof en er
ontstaan watermoleculen
Slide 33 - Slide
Stap 4: oxidatieve fosfolyering
(68D)
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Maar....
Door energieverbruik voor transport en warmteproductie bij energieomzettingen, valt de ATP-opbrengst van de aerobe dissimilatie meestal lager uit.
de 2 NADH moleculen van de glycolyse in de cytoplasma, moet het mitochondriën in dat kost per NADH molecuul 1 ATP moleculen.
(schatting circa 30-32 ATP vorming per molecuul glucose)
Slide 36 - Slide
Wat is de goede volgorde voor de verbranding van glucose?
A
glycolyse -> decarboxylering -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
B
decarboxylering -> glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
C
glycolyse -> decarboxylering -> citroenzuurcyclus -> oxidatieve fosforylering
D
glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus -> decarboxylering
Slide 37 - Quiz
In welk deel van aerobe dissimilatie van glucose is zuurstof nodig?
A
Glycolyse
B
Vorming Acetyl-CoA
C
Citroenzuurcylcus
D
Oxidatieve fosforylering
Slide 38 - Quiz
Hoeveel ATP-moleculen kan één NADPH,H+ genereren tijdens de oxidatieve fosforylering?
A
1
B
2
C
3
D
6
Slide 39 - Quiz
Bij welke stap wordt de meeste ATP gevormd?
A
Glycolyse
B
Vorming acetyl CoA
C
Citroenzuurcyclus
D
Oxidatieve fosforylering
Slide 40 - Quiz
Aan de slag!
- Lees paragraaf 3.5 t/m energieopbrengst
- maken opdrachten 52, 54, 56, 59
Slide 41 - Slide
Aerobe dissimilatie van glucose bestaat uit 4 processen:
Glycolyse
: glucose wordt 2 pyrodruivezuur, kost 2 ATP
vorming
acetyl-coA
+ citroenzuur + NADH uit pyrodruivezuur + coA + NAD+
citroenzuurcyclus
: citroenzuur + 6NAD+ + FAD A + ADP wordt afgebroken tot CO2 + 6NADH+ FADH2 + ATP
gebeurt 2 keer per glucosemolecuul
oxidatieve fosforylering:
per NADH 3 ATP gevormd, per FADH2 2 ATP gevormd
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Anaerobe dissimilatie
gisting:
• glucose wordt pyrodruivezuur
• pyrodruivezuur wordt alcohol plus CO2
melkzuurgisting
• pyrodruivezuur wordt melkzuur
Slide 44 - Slide
More lessons like this
19.4 Energieproductie met zuurstof
June 2022
- Lesson with
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
19.4 Energieproductie met zuurstof kl/ll
November 2023
- Lesson with
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Paragraaf 9.5: Glycolyse, citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering
September 2024
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
3.5 Dissimilatie
October 2021
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
BS5 Dissimilatie
May 2022
- Lesson with
43 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
3.5 Dissimilatie
December 2022
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
3.5 Dissimilatie
October 2023
- Lesson with
41 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
16.3 Aerobe dissimilatie
May 2021
- Lesson with
28 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5