3.5 Dissimilatie

Dissimilatie
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dissimilatie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de aerobe dissimilatie van glucose beschrijven 
  • Je kunt de anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven
  • Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Dissimilatie 
= het omzetten van grote organische moleculen in kleinere moleculen. Bij deze reactie komt energie (ATP) vrij.
- Altijd in alle organismen! 
aerobe dissimilatie 
= verbranding 
anaerobe dissimilatie 
= gisting 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Aerobe dissimilatie glucose 
C6H12O6+6O26CO2+6H2O+34ATP
glucose+zuurstofkoolstofdioxide+water+34ATP

Slide 7 - Slide

Mitochondrium
  • Matrix is de vloeistof binnen het binnenmembraan. Vergelijk stroma bij Calvincyclus
  • Binnenmembraan bevat eiwitten die een rol spelen bij het vastleggen van vrijgekomen energie op ATP. Vergelijk thylakoïdmembranen bij  lichtreacties fotosynthese.

Slide 8 - Slide

Aerobe afbraak van glucose
In het cytoplasma en het mitochondrium (BINAS 68A)
Vier processen:
1. Glycolyse
2. Decarboxylering (vorming acetyl-coA)
3. Citroenzuurcyclus
4. Oxidatieve fosforylering

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Glycolyse. 
Paars = kost ATP
Rood = levert ATP op
Blauw = begin- en eindproduct. 
Grijs komt later.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Stap 2: decarboxylering 
(BiNaS 68C) 

  • Pyrodruivenzuur (C3) moleculen afgebroken tot 
      Acetyl-CoA (C2) en een koolstofdioxide molecuul (C1) 
  • Vindt plaats in de matrix van mitochondriën
  • Geen zuurstof nodig
  • Levert 0 ATP moleculen
  • Levert 2 NADH moleculen

Slide 14 - Slide

Stap 3: Citroenzuurcyclus
(BiNaS 68C) 
  • Citroenzuurcyclus is een reeks chemische reacties in een kring (elke stap eigen enzym). Het eerste product na de decarboxylering heet citroenzuur.
  • Pyrodruivenzuur afkomstig uit de glycose wordt verder afgebroken tot CO2 moleculen. De potentiële                                                             energie wordt bewaard in energiedragers                                              NADH, H+, FADH2 en ATP.
  • Dit is aeroob.                                                                                                        Lukt dat tijdens een marathon nog?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aerobe afbraak van glucose
In het cytoplasma en het mitochondrium (BINAS 68A)
Vier processen:
1. Glycolyse
2. Decarboxylering (vorming acetyl-coA)
3. Citroenzuurcyclus
4. Oxidatieve fosforylering

Slide 19 - Slide

https://www.bioplek.org/animaties/celademhaling/eindoxidatie.html 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Stap 4: oxidatieve fosfolyering (68D) 
= elektronentransportketen 

  • Energie wordt vastgelegd in ATP 
  • Vindt plaats binnenmembraan van mitochondriën
  • Zuurstof nodig (6 O2 moleculen)
  • Levert 34 ATP
  • NADH en FADH staan elektronen af en er ontstaan waterstofionen en NAD+ en FAD moleculen 
  • Elektronen worden samen met waterstofionen(H+) gebonden aan zuurstof en er ontstaan watermoleculen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Slide

Aerobe dissimilatie van glucose bestaat uit 4 processen:
  1. Glycolyse: glucose wordt 2 pyrodruivezuur, kost 2 ATP 
  2. vorming acetyl-CoA + citroenzuur + NADH uit pyrodruivezuur + CoA + NAD+ 
  3. citroenzuurcyclus: citroenzuur + 6NAD+ + FAD A + ADP wordt afgebroken tot CO2 + 6NADH+ FADH2 + ATP
    gebeurt 2 keer per glucosemolecuul 
  4. oxidatieve fosforylering: per NADH 3 ATP gevormd, per FADH2 2 ATP gevormd

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Anaerobe dissimilatie
gisting: 
• glucose wordt pyrodruivenzuur 
 • pyrodruivenzuur wordt alcohol plus CO2 

melkzuurgisting: 
• pyrodruivenzuur wordt melkzuur

Welke gisting wordt denk jij gebruikt voor het bakken van brood?


Slide 28 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de aerobe dissimilatie van glucose beschrijven 
  • Je kunt de anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven
  • Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven

Slide 29 - Slide

Aan de slag! 
maken opdracht 49 t/m 53 + 
begrippenlijst en BINAS tabellen noteren
(- Als je wilt: opdracht 54 t/m 67)


Slide 30 - Slide

Volgende keer:

- B5 opdracht 49 t/m 53 + begrippenlijst en BINAS tabellen noteren
(- Als je wilt: opdracht 54 t/m 67)

Slide 31 - Slide

Aerobe verbranding: vervolg
En anaeroob

Slide 32 - Slide

Opdracht 'Alternatieve energiebronnen'

  • Lees de instructies goed door!
  • We gaan met behulp van Lego de glycose en citroenzuurcyclus visualiseren.
  • Vorm groepjes van zes personen.
  • De ene helft van het groepje doet de glycose en de andere helft de citroenzuurcyclus. 

Slide 33 - Slide

Vorige keer: vragen
  • De glycolyse kost energie maar levert ook energie op. Leg uit!
  • De glycolyse en de citroenzuurcyclus maken elektronendragers. Welke zijn dit?
  • Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus doorlopen voor de afbraak van 1 molecuul glucose?
  • Wat is de decarboxylering?
  • Waar vindt de glycolyse plaats? En de decarboxylering? En de citroenzuurcyclus?

Slide 34 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de aerobe dissimilatie van glucose beschrijven 
  • Je kunt de anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven
  • Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven

Slide 35 - Slide

Wat is de goede volgorde voor de verbranding van glucose?
A
glycolyse -> decarboxylering -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
B
decarboxylering -> glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
C
glycolyse -> decarboxylering -> citroenzuurcyclus -> oxidatieve fosforylering
D
glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus -> decarboxylering

Slide 36 - Quiz

In welk deel van aerobe dissimilatie van glucose is zuurstof nodig?
A
Glycolyse
B
Vorming Acetyl-CoA
C
Citroenzuurcylcus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 37 - Quiz

Hoeveel ATP-moleculen kan één NADPH,H+ genereren tijdens de oxidatieve fosforylering?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 38 - Quiz

Bij welke stap wordt de meeste ATP gevormd?
A
Glycolyse
B
Vorming acetyl CoA
C
Citroenzuurcyclus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 39 - Quiz