3M TWA overhoring

3M
TENTAMEN-
VOORBEREIDING LES 1
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3M
TENTAMEN-
VOORBEREIDING LES 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Zet het juiste AANZICHT onder het juiste plaatje.
En profile
En face
Trois quart

Slide 3 - Drag question

Sleep het juiste AANZICHT onder het juiste plaatje.
Zijaanzicht
Achteraanzicht
Vooraanzicht
Bovenaanzicht

Slide 4 - Drag question

Sleep de juiste benaming op het juiste plaatje.
Kniestuk
Buste
Ten halve lijve
Ten voeten uit
Close up

Slide 5 - Drag question


Dit zijn spotprenten. 
-Hoe noem je dit ook wel?
-Ben je het eens met het gebruik van spotprenten? 
-Leg je antwoord/mening uit.

Slide 6 - Open question


Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
geabstraheerd

Slide 7 - Quiz


Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
Geabstaheerd

Slide 8 - Quiz

Is het heel realistisch?
Dan is het ...
A
Het lijkt net echt, het is 'naturalistisch'
B
Lijkt bijna abstract, maar nog net niet; je kunt nog een beetje iets herkennen.
C
Het is versimpeld, gestileerd.
D
Het is abstract, non-figuratief.

Slide 9 - Quiz

figuratief
Geabstraheerd
abstract

Slide 10 - Drag question


Benoem 
de volgorde.
1
2
3
A
1 =figuratief, 2=geometrisch, 3=expressief
B
1 =geabstraheerd, 2=Abstract, 3=geabstaheerd
C
1 =figuratief, 2=geabstraheerd, 3=abstract

Slide 11 - Quiz

Hieronder zie je VORMEIGENSCHAPPEN.
Sleep de juiste benaming op het juiste plaatje.
geometrisch
Open
Gesloten
Organisch

Slide 12 - Drag question

Welke tegenstellingen zag je op het vorige plaatje?
Neem het woord over en zet het vormcontrast erachter.
Geometrisch en .........................
Open en .......................
3d en .......................
Figuratief en ........................

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide


Iedereen zou misschien wel zo'n figuur willen hebben...? 

-Hoe noem je dit, of deze vorm?
-Ben je het eens met de stelling hierboven? 
  Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open question


Welke vormcontrasten zien we hier?
A
Links: geometrisch-organisch Rechts: Figuratief en geabstraheerd.
B
Links: figuratief en geabstraheerd Rechts: Ruimtelijke en platte vorm
C
Links: geabstraheerd-abstract Rechts: Open en gesloten.
D
Links: 2D en 3D, Rechts: organisch en geometrisch.

Slide 16 - Quiz


"Gestroomlijnd vormgegeven".
Leg in je eigen woorden uit wat dit betekent.

Slide 17 - Open question

Sleep de juiste benaming over het juiste plaatje
geometrisch
Expressief
Gestileerd
Toegepaste 
kunst
Organisch

Slide 18 - Drag question

De beeldaspecten zijn
A
Kleur, vorm, licht en gezichtsuitdrukking
B
Houding en gezichtsuitdrukking
C
Kleur, vorm, licht, ruimte, compositie, textuur
D
Materialen en technieken

Slide 19 - Quiz

Stelt het echt iets voor?
Dan is het ...
A
Gedetailleerd (voorstelling)
B
Half- abstract (voorstelling)
C
Figuratief (voorstelling)
D
Abstract

Slide 20 - Quiz

Bij de vormgeving kijk je naar de ...
A
Materialen
B
Voorstelling
C
Beeldaspecten
D
Technieken

Slide 21 - Quiz

Vormgeving betekent ook:
A
nadenken over hoe je iets een 3D vorm geeft
B
iets moois maken
C
iets vorm, betekenis en inhoud geven
D
iets met kunst

Slide 22 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Slide 23 - Slide

Welke kleuren vormen een complementair contrast in de afbeelding
A
blauw en oranje
B
geel en blauw
C
groen en oranje
D
licht en donker

Slide 24 - Quiz


Welke vier complementaire kleuren zien we hier?
(Dus welke twee complementaire kleurcontrasten).
A
Rood en Groen & Oranje en blauw
B
Geel en paars & Rood en blauw
C
Rood en Blauw & Oranje en groen
D
Dit ligt aan je gevoelswaarde.

Slide 25 - Quiz


Een hart is een symbool voor de liefde.
-Noem een aspect van de voorstelling waardoor 'Hart' (RECHTS) niet meer helemaal voldoet aan zijn functie als liefdessymbool.
-Noem ook HET vormgevingsaspect waardoor dit komt.

A
Voorstelling: Het hart rechts is 3D Vormgeving: het hart is blauw en dat klopt niet
B
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is meer 3D dan het hart links.
C
Voorstelling: Het hart links is glad en het hart rechts niet. Vormgeving: Het hart behoort niet 3D te zijn.
D
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is niet rood en rood is de symboolkleur voor liefde.

Slide 26 - Quiz

Sleep de juiste benaming over het juiste plaatje.
Expressieve 
kleuren
Licht-donker
contrast
warm koud
contrast
Tertiare
kleuren

Slide 27 - Drag question

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Welke kleuren zie je hier vooral en wat voor kleuren zijn dit?

A
ROOD en GEEL. Dit zijn secundaire kleuren.
B
ROOD en GEEL. Dit zijn primaire kleuren.
C
ROOD en ZWART. Dit zijn tertiaire kleuren.
D
ROOD en ROZE. Dit zijn tertiaire kleuren.

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide


Bekijk de afbeelding op de vorige slide.
Noem een kleurcontrast
Leg uit wat dit contrast met de dansers doet.

A
Ze bewegen veel heftiger door het koud-warm kleurcontrast.
B
(Warm) oranje – (koud) blauw; dansers komen los van de achtergrond; De oranje dansers lijken op je af te komen.
C
Oranje en groen zijn complementaire kleuren, dus ze versterken elkaar
D
Donker en licht-contrast. Zo zie je het beter.

Slide 33 - Quiz


Expressie betekent: je gevoel uiten. 
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VOORSTELLING? 
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de open mond.
B
Door de opgetrokken wenkbrauwen en de open mond.
C
Door de gezichtsuitdrukking.
D
Doordat ze geen armen hebben.

Slide 34 - Quiz


Expressie betekent: je gevoel uiten. 
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VORMGEVING? 
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de asymmetrische vorm (Schiele).
B
Door de boze blik en de complementaire kleuren.
C
Door de gele huidskleur en de gezichtsuitdrukking.
D
Door de felle kleur(en) en de grillige (oranje) geschilderde lijnen op de kleding.

Slide 35 - Quiz

Sleep de tekst op de juiste plek
Schaduwwerking
Plasticiteit 
Slag schaduw
Eigen schaduw

Slide 36 - Drag question

silhouette
Slagschaduw
Clair obscur

Slide 37 - Drag question

Natuurlijk licht
Kunstlicht

Slide 38 - Drag question


Welke van deze afbeeldingen heeft; het meeste "betekenis", (een echte diepere boodschap); de meeste ZEGGINGSKRACHT?
(Kijk niet naar de grootte, maar naar de inhoud).
1
2
3
4
A
Afb. 1
B
Afb.3
C
Afb. 2
D
Afb. 4

Slide 39 - Quiz


Aspecten van de voorstelling


Aspecten van de vormgeving
Tekst
Dit stilleven gaat over de dood.
Door het clair obscure lichtgebruik wordt de dramatiek van het werk versterkt
Op dit schilderij staat onder andere een schedel en een glas afgebeeld
Er worden veel tertiare kleuren gebruikt.
Tekst
Tekst

Slide 40 - Drag question


Aspecten van de voorstelling


Aspecten van de vormgeving
In deze sculptuur zie je de muze van Picasso
Door gebruik te maken van goedkope materialen wordt de primitiviteit van het werk versterkt
Dit sculptuur is een buste en bedoeld als autonoom kunstwerk
Het geheel is minimalistisch in kleur en lijngebruik.

Slide 41 - Drag question

Welke van deze begrippen ken je al?
Ken ik al
Wat was het ook alweer?
Voorstelling
Vormgeving
Figuratief
Gestileerd
Geabstraheerd
Plasticiteit
Textuur
Abstract
Beeldaspecten
Hanteringswijze
Non-figuratief

Slide 42 - Drag question