4M - Par. 6.2 - Hoeveel belasting betaal je?

Hoofdstuk 6:
Iedereen betaalt belasting

6.1     Je inkomen wordt belast
6.2    Hoeveel belasting betaal je?
6.3    Eerlijk zullen we alles delen
6.4    Iedereen betaalt mee
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6:
Iedereen betaalt belasting

6.1     Je inkomen wordt belast
6.2    Hoeveel belasting betaal je?
6.3    Eerlijk zullen we alles delen
6.4    Iedereen betaalt mee

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan (inkomstenbelasting)
  1. Bepaal het belastbaar inkomen in box 1.  (par. 6.1)
  2. Bereken hoeveel belasting je betaalt in in box 1  
  3. Bereken hoeveel belasting je betaalt in in box 3  
  4. Bepaal hoeveel belasting je in totaal moet betalen.  
  5. Bepaal hoeveel alle heffingskortingen bij elkaar zijn. 
  6. Hoeveel moet je de belasting betalen
  7. Bepaal hoeveel loonheffing je al betaald hebt.
  8. Bepaal of je geld krijgt of moet terugbetalen aan de belastingdienst

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke regel!
EEN belangrijke regel bij de inkomstenbelasting!
  • Rond altijd af in je eigen voordeel!
  • OP HELE EURO’S
  • Als je moet betalen dus naar beneden 
  • Als je geld terug krijgt dus naar boven


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Stap 1 - Belastbaar inkomen (box 1)
Voorbeeldsom 1: Van Piet zijn de onderstaande gegevens bekend. Bereken Piet's belastbaar inkomen.
  • Piet heeft een inkomen van € 157.000
  • Piet heeft een woning met een WOZ-waarde van € 450.000 waar hij 0,55% eigenwoningforfait over betaalt.
  • Piet heeft een hypotheek van € 460.000 waar hij 2,9% rente over betaalt.
  • Piet reist met het openbaar vervoer en heeft een aftrekpost van € 900


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stap 1 - Belastbaar inkomen (box 1)
  1.  Inkomsten (loon + vakantiegeld)          €
  2.  Eigenwoningforfait                                    €                                       +
  3.  Bijtelling auto van de zaak                       €                                       +
  4.  Betaalde hypotheekrente                        €                                       -
  5.  Andere aftrekposten                                   €                                       -
  6.  Belastbaar inkomen                                    €

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stap 1 - Belastbaar inkomen (box 1)
  1.  Inkomsten (loon)                                          € 157.000
  2.  Eigenwoning forfait                                    €     2.475                       +
  3.  Bijtelling auto van de zaak                       €              0                       +
  4.  Betaalde Hypotheekrente                        €   13.340                       -
  5.  Andere aftrekposten                                   €        900                       -
  6.  Belastbaar inkomen                                    € 145.235

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
  • In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen
    (par. 6.1).
Er zijn op dit moment 2 tarieven in box 1:

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
Stappenplan belasting box 1:
  • Stap 1: Valt je inkomen in schijf 1 of schijf 2?
  • Stap 2: Reken uit hoeveel belasting je betaalt in schijf 1.
  • Stap 3: Reken uit welk deel van je inkomen in schijf 2 valt.
  • Stap 4: Reken uit hoeveel belasting je betaalt in schijf 2.
  • Stap 5: Tel de belasting in schijf 1 en schijf 2 bij elkaar op!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
Voorbeeldsom 1:
Hoeveel belasting betaalt iemand met een belastbaar inkomen van € 68.000?




Slide 12 - Slide

€ 68.000 : 100 x 37,1 = € 25.228
Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
Stappenplan belasting box 1:
  • Stap 1: Schijf 1
  • Stap 2: 68.000 : 100 x 37,1 = € 25.228
  • Stap 3: € 0
  • Stap 4: € 0
  • Stap 5: € 25.228 + € 0 = € 25.228

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
Voorbeeldsom 2:
Hoeveel belasting betaalt iemand met een belastbaar inkomen van € 69.000?




Slide 14 - Slide

€ 69.000 = schijf 2
Schijf 1 = 68.508 : 100 x 37,1 = € 25.416,47 = € 25.416
Schijf 2 = € 69.000 - € 68.508 = € 492
€ 492 : 100 x 49,5 = € 243,54 = € 243
Totaal = € 25.416 + € 243 = € 25.659
Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
Stappenplan belasting box 1:
  • Stap 1: Schijf 2
  • Stap 2: 68.508 : 100 x 37,1 = € 25.416,47 = € 25.416
  • Stap 3: 69.000 - 68.508 = € 492
  • Stap 4: €492 : 100 x 49,5 = € 243,54 = € 243
  • Stap 5: € 25.416 + € 243 = € 25.659

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
Voorbeeldsom 3:
Hoeveel belasting betaalt iemand met een belastbaar inkomen van € 125.000 in box 1?




Slide 16 - Slide

€ 125.000 = schijf 2
Schijf 1 = 68.508 : 100 x 37,1 = € 25.416,47 = € 25.416
Schijf 2 = € 125.000 - € 68.508 = € 56.492
€ 56.492 : 100 x 49,5 = € 27.963,54 = € 27.963
Totaal = € 25.416 + € 27.963 = € 53.379
Hoeveel belasting betaal je? (box 1)
Stappenplan belasting box 1:
  • Stap 1: Schijf 2
  • Stap 2: 68.508 : 100 x 37,1 = € 25.416,47 = € 25.416
  • Stap 3: 125.000 - 68.508 = € 56.492
  • Stap 4: 56.492 : 100 x 49,5 = € 27.963,54 = € 27.963
  • Stap 5: € 25.416 +  € 27.963 = € 53.379

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan (inkomstenbelasting)
  1. Bepaal het belastbaar inkomen in box 1.  (par. 6.1)
  2. Bereken hoeveel belasting je betaalt in in box 1  
  3. Bereken hoeveel belasting je betaalt in in box 3  
  4. Bepaal hoeveel belasting je in totaal moet betalen.  
  5. Bepaal hoeveel alle heffingskortingen bij elkaar zijn. 
  6. Hoeveel moet je de belasting betalen
  7. Bepaal hoeveel loonheffing je al betaald hebt.
  8. Bepaal of je geld krijgt of moet terugbetalen aan de belastingdienst

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 3)
  • In box 3 betaal je belasting over vermogen
  • Vermogen = spaargeld en beleggingen in aandelen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 3)
Stappenplan box 3:
  • Stap 1: Je trekt het heffingsvrij vermogen van je vermogen af
  • Stap 2: Je berekent het fictieve rendement over je belastbaar inkomen
  • Stap 3: Je berekent hoeveel belasting je moet betalen over je fictieve rendement (hoeveel betaal ik in box 3?) 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 3)
Stap 1: Je trekt het heffingsvrij vermogen van je vermogen af

Berekening:
  • Je vermogen                              €
  • Heffingsvrije vermogen        €                      -
  • Belastbaar vermogen             €

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 3)
Stap 2: Je berekent het fictieve rendement over je belastbaar inkomen

Berekening: 
Belastbaar vermogen : 100 x fictief rendement (nu 1,9%)  

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 3)
Stap 3: Je berekent hoeveel belasting je moet betalen over je fictieve rendement (hoeveel betaal ik in box 3?) 

Berekening: 
Fictieve rendement in € : 100 x belasting in box 3 (nu 31%)  

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 3)
Voorbeeldsom 4: Harry heeft een vermogen van € 98.500 en een heffingsvrijvermogen van € 50.000. 
Hoeveel belasting betaalt hij in box 3?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je? (box 3)
Stappenplan belasting box 3:
  • Stap 1: € 98.500 - € 50.000 = € 48.500
  • Stap 2: € 48.500 : 100 x 1,9 = € 921,50 = € 921
  • Stap 3: € 921 : 100 x 31 = € 285,51 = €285

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Hoeveel belasting betaal je in totaal 
box 1 + 3
Berekening:
 Box 1                                    €
 Box 3                                   €                       +
 Totaal aan belasting     €

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Bepaal hoeveel alle heffingskortingen bij elkaar zijn
Heffingskorting = een korting op het bedrag dat je aan inkomstenbelasting moet betalen.

 Voorbeelden: 
  • Algemene heffingskorting (heeft iedereen rechtop)
  • Arbeidskorting (voor iedereen die werkt)
  • Kinderkorting (voor mensen die kinderen hebben)
Berekening:  
 Tel alle heffingskortingen waar iemand recht op heeft bij elkaar op.


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel moet je uiteindelijk aan de belasting betalen?
Berekening:
  •  Totaal aan belasting (box 1 + box 3)          €
  •  Heffingskortingen                                            €                        -
  •  Verschuldigde  inkomstenbelasting        €

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel moet je uiteindelijk aan de belasting betalen?
Voorbeeldsom 5: Jan moet de belasting in box 1 € 13.500 betalen en in box 3 € 560. Hij heeft recht op € 4.800 aan heffingskortingen.
Hoeveel is hij de belastingdienst verschuldigd?

Berekening:
  •  Totaal aan belasting (box 1 + box 3)         € 14.060
  •  Heffingskortingen                                           €   4.800    -
  •  Verschuldigde  inkomstenbelasting        €   9.260

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel loonheffing heb je al betaald per maand?
Loonheffing (loonbelasting + premie volksverzekering) =
Een bedrag dat je iedere maand betaald (via je loon), zodat je bij de belastingaanslag niet één keer een heel groot bedrag hoeft te betalen


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Bepaal of je geld krijgt of moet terugbetalen aan de belastingdienst?
Berekening: 
Verschuldigde belasting                       € 
Betaalde loonheffing                              €                        -
Te ontvangen/ te betalen belasting €

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Bepaal of je geld krijgt of moet terugbetalen aan de belastingdienst?
Voorbeeldsom 6: Henk heeft dit jaar per maand € 1.300 loonheffing betaald.
Hij moet dit jaar in totaal € 16.000 betalen aan belastingdienst.
Hoeveel krijgt Henk of moet hij terugbetalen aan de belastingdienst?

Berekening: 
  • Verschuldigde belasting                          € 16.000
  • Betaalde loonheffing                                 € 15.600     -           (€ 1.300  x 12)
  • Te ontvangen/ te betalen belasting    €       400

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan (inkomstenbelasting)
  1. Bepaal het belastbaar inkomen in box 1.
  2. Bereken hoeveel belasting je betaalt in in box 1
  3. Bereken hoeveel belasting je betaalt in in box 3
  4. Bepaal hoeveel belasting je in totaal moet betalen.
  5. Bepaal hoeveel alle heffingskortingen bij elkaar zijn.
  6. Hoeveel moet je de belasting betalen
  7. Bepaal hoeveel loonheffing je al betaald hebt.
  8. Bepaal of je geld krijgt of moet terugbetalen aan de belastingdienst

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 39 - Slide

This item has no instructions