leren: de persoonlijke voornaamwoorden + de vervoegingen v h werkwoord haben en sein. schriftelijk of mondelinge overhoring
CONTROLEER: BLZ 146/153
timer
7:00
Slide 3 - Slide
Brückenschlag 1 Wortschatz+Grammatik
Slide 4 - Slide
ist pinkeln im Meer okay?
Slide 5 - Slide
www.zdf.de
Slide 6 - Link
woran denken wir bei: die Berge / die Alpen
timer
1:00
Slide 7 - Slide
Arbeitsbuch: Seite 14 Havo?Vwo
In den Alpen
Slide 8 - Slide
Zwakke werkwoorden vervoegen
Tegenwoordige tijd: E ST T EN T EN
VOLTOOID DEELWOORD: GE - STAM + T
BRÜCKENSCHLAG 2 Wortschatz + Grammatik
Slide 9 - Slide
Regelmatige werkwoorden
e st t en t en
Slide 10 - Slide
kennen 1) ........du die Regeln?
schrijf eerst de stam op =
schrijf daarna de uitgang op die hoort bij du =
* als de stam eindigt op een -s-klank dan geen st bij du achter de stam maar alleen een t achter de stam
Slide 11 - Slide
staat er geen persoonlijk vnw in de zin?
DAN DE VRAAG STELLEN:
3E PERSOON ENKELVOUD: HIJ ZIJ/HET? (er,sie,es)
OF
3E PERSOON MEERVOUD? zij (sie)
1) der Campingplatz .......(sein) schön
2) Meine Freunde .......(sein) heute Abend bei mir
Slide 12 - Slide
voltooid deelwoord: ge-stam+t
bijna altijd met haben en soms met sein
ich ........die Hausaufgaben ........(machen)
Slide 13 - Slide
instructies in het Duits - zet de ned vertaling achter de instructie
ergänzen - wiederholen - übersetzen -ankreuzen - Was bedeutet das fett gedruckte Wort - Lies den Text - benutze die Lernliste -welches Wort passt nicht - beschreibe die Bilder
Maak je eigen instructielijst en bewaar deze in je werkboek. Je hebt ze vaak nodig om te begrijpen wat de opracht inhoudt.