persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Ga je ook naar zijn feestje? 

1. persoonlijk
2. bezittelijk

Is ‘ik’ een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

1. persoonlijk
2. bezittelijk

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Je hebt ons niets verteld.

  

1. persoonlijk
2. bezittelijk

Is 'ons' persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:
Die hond is van ons

1. pers.vnw
2. bez.vnw
3. geen van beide
4. allebei

persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Dit boek is van haar.
haar =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Is ‘uw’ een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

1. persoonlijk
2. bezittelijk

Persoonlijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

Ik

Zijn

Haar

Hij

Mijn

Uw

Jij

Is het onderstreepte woord een persoonlijk of een bezittelijk voornaamwoord?

14. We overhandigen hun het cadeau

15. Jullie mogen meedoen met de show.

16. Het is zijn beurt om het antwoord te geven.

17. Zij hebben ons nieuwe huis nog niet gezien.

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

hun

Jullie

zijn

ons

Zijn dit persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?

Heb je hem gisteren in onze auto zien rijden?

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

je

hem

onze

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

Hij 

heeft 

jouw

telefoon

niet gepakt.

Zij

geeft

zijn

rugtas

aan

ons.

Heb

jij

hem

gezien

op

ons

schoolfeest.