4V voorkennis en 4.1 nieuw leven

H4 voortplanting
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4 voortplanting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voor nu
Lees 4.1 
Maak opdracht 24
Voeg jezelf onder je eigen naam toe aan de "Klas" in LessonUp
(Zie de link in het huiswerk)
Voor je antwoorden in bij Slide 4
Maak de andere controle opdrachten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn je antwoorden op vraag 24a, b en c

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

voorkennis
Ik kan de onderdelen herkennen en benoemen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen.

Ik kan de menstruatiecyclus uitleggen. 

Ik kan uitleggen hoe een bevruchte eicel zich ontwikkelt tot baby.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen:  penis, eikel, zaadballen, balzak, prostaat, zaadblaasjes, zwellichamen, zaadleider, urineleider, bijbal, vagina, schaamlippen, clitoris, baarmoeder, baarmoedermond, eileiders, eierstokken, menstruatie, ovulatie, eicel, zaadcel, sperma, bevruchting, foetus

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je hebt de vragen op de volgende dia's foutloos gemaakt

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


In de afbeelding zijn de voortplantingsorganen van een vrouw schematisch getekend. Het voorbehoedmiddel dat in de afbeelding met P is aangegeven, is een spiraaltje.
Hoe heet het orgaan waarin het spiraaltje zich bevindt?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Bij de bevruchting versmelten
A
2 lichaamscellen
B
2 voortplantingscellen
C
De celkernen van 2 lichaamscellen
D
De celkernen van 2 voortplantingscellen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan aantal organen aangegeven met een cijfer.

Door welke organen van het mannelijk voortplantingsstelsel wordt zaadvocht gevormd?

A
door orgaan 1 en 4
B
door orgaan 1 en 8
C
door orgaan 3 en 4
D
door orgaan 6 en 8

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de menstruatie ..
A
Komt een eicel vrij uit de eierstok
B
Gaat een eicel dood in de eileider
C
Wordt de eicel bevrucht door zaadcellen
D
Stoot de baarmoeder het gemaakte slijmvlies af

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

herhalen 2.5

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

In een bepaalde cel is
de hoeveelheid DNA in de G2 fase x.

Hoeveel DNA is er aan het eind van de M fase?
A
2x
B
x
C
1/2x

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Juist of onjuist?

Kanker kan ontstaan zonder mutatie in het DNA.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

4.1 leerdoelen
1. Je beschrijft het ontstaan van een zygote en de ontwikkeling van embryo tot foetus.
2. Je legt het belang uit van de placenta en de invloed van de leefstijl van de moeder op de groei van het kind.
3. Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van secundaire geslachtskenmerken.
4. Je licht toe wat tertiaire geslachtskenmerken zijn, hoe seksuele geaardheid kan verschillen en wat ongewenste intimiteiten zijn.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

de begrippen
ovulatie, bevruchting, zona pellucida, bevruchtingsmembraan, zygote, klievingsdelingen, embryo, trilharen, innesteling, blastula, trofoblast, kiemschijf, HCG, vlokken, placenta, dooierblaasje, amnionholte, vruchtvliezen, amnion, chorion, navelstreng, placenta, foetus, miskraam, X-chromosoom, Y-chromosoom, SRY-gen, testes/ zaadballen, prostaatklier, sperma, primaire geslachtskenmerken, secundaire geslachtskenmerken, tertiaire geslachtskenmerken, seksuele voorkeur, heteroseksueel, homoseksueel, biseksueel, zaadleiders, eikel, balzak/ scrotum, eileiders, clitoris, schaamlippen, leefstijl, ovaria, menstruatie, vagina, maagdenvlies, orgasme, bijbal, penis, zwellichamen, erectie, zaadlozing/ ejaculatie, zaadblaasje

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

eicel komt vrij tijdens ovulatie (uit 1 van beide eierstokken)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

zygote = bevruchte eicel
de eerste delingen zijn klievingsdelingen (geen plasmagroei)

- zygote = bevruchte eicel
- de eerste delingen zijn klievingsdelingen (geen plasmagroei)
als de zygote gaat delen wordt het een embryo
trilharen in eileiders duwen zygote/ embryo in 5 dgn naar baarmoeder

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

1. uit hoeveel cellen bestaat het embryo na 5 dagen?
2. wanneer gaat het embryo zich innestelen?
3. hoe noemen we het embryo in deze fase?

Slide 20 - Slide

1. 100
2. 2 dagen daarna (dag 7 ongeveer)
3. blastula

4. wat ontwikkelt zich uit de embryoblast?
5. wat ontwikkelt zich uit de kiemschijf?
6. welk onderdeel produceert HCG?

Slide 21 - Slide

4. kiemschijf en blastocyste (later dooierzakje)

5. baby

6. trofoblast

7. waarom is pas na 2 weken HCG meetbaar in de urine?
8. de trofoblast vormt vlokken die een deel van de placenta worden - is dit deel van de embyro of van de moeder?

Slide 22 - Slide

7. nierdrempel overschreden (voldoende hoeveelheden om uitgeplast te worden)

8. embryo (andere deel placenta vanuit baarmoederslijmvlies = deel moeder)
9. 18 dgn - dooierblaasje en amnionholte - wat is de functie v.h. dooierblaasje?
10. functie vh dooierblaasje gaat verloren - wat neemt de functie over?

Slide 23 - Slide

9 - vormen bloedcellen
10. eerst de lever, daarna het rode beenmerg
11. wat wordt de functie van de amnionholte?
12. waaruit ontstaan de beide vruchtvliezen? (amnion en chorion)

Slide 24 - Slide

11. vruchtwater - beschermt foetus tegen stoten en uitdroging (huid)
12. amnion uit het amnionblaasje (binnenste vruchtvlies) en chorion (de buitenste) uit de trofoblast

na 3 weken bloedvaten embryo gevormd
navelstreng = cellen foetus (1 ader, 2 slagaders)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

deel placenta moeder heeft holtes gevuld met bloed
bloedvaten baby liggen in die holtes - stoffenuitwisseling door celmembranen v/d vlokken

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Waarom zijn de bloedbaan van moeder en kind strikt gescheiden?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

stadia
  • zygote - bevruchte eicel
  • embryo - vanaf 1e deling tot moment dat alle organen zijn aangelegd (8 wk)
  • foetus - 8 wk t/m einde zwangerschap
  • baby - na geboorte

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

geslacht
eerste 6 weken geen verschil

SRY-gen op Y-chromosoom stuurt ontwikkeling tot man

geen SRY-gen --> vrouw

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Iemand met XY chromosomen heeft een niet-functionerend SRY-gen. Deze persoon heeft de geslachtskenmerken van een...
A
man
B
vrouw
C
geen geslachtskenmerken

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

geslacht
eerste 6 weken geen verschil

SRY-gen op Y-chromosoom stuurt ontwikkeling tot man

geen of SRY-gen (XX) of niet-functionerend gen --> vrouw
voorkennis = bouw en functie onderdelen geslachtsorganen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

ontwikkeling
primaire geslachtskenmerken
secundaire geslachtskenmerken
tertiaire geslachtskenmerken

geestelijke ontwikkeling - staat los van lichamelijke ontwikkeling (o.a. seksuele voorkeur)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Gender en seksualiteit

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 4.1
2. Maken en nakijken opdrachten 4.1
3. Lees 4.2 voor de volgende les
4. Bekijk de animaties en maak de opdrachten op de volgende dia's

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Link

This item has no instructions

Slide 39 - Link

This item has no instructions

Slide 40 - Link

This item has no instructions

Slide 41 - Link

This item has no instructions

Slide 42 - Link

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

Slide 44 - Link

This item has no instructions

Slide 45 - Link

This item has no instructions