LES 3 - BETEKENISSEN VAN MOEILIJKE WOORDEN EN SAMENSTELLINGEN

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Inleiding
Tijdens de vorige les hebben we gezamenlijk de tekst gelezen en vragen bij de tekst beantwoord.

Even checken of jullie nog weten hoe het zat! 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis activeren
Weet je nog hoe het zat met dat water in het zwembad?
Waar komt dat water in een zwembad eigenlijk vandaan?
En hoe komt het dat een zwembad altijd goed gevuld is?
Je krijgt nu 2 minuten en 30 seconden om de tekst nog
eens te bekijken.
Kun je nu in eigen woorden noteren waar de tekst over gaat?


timer
2:30

Slide 6 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
De tekst gaat over...
Noteer in je EIGEN woorden!

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

           Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
weet ik wat een samenstelling is.
ken ik de betekenis van een aantal moeilijke woorden in de tekst.

Slide 8 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Aan de slag!
We lezen nu eerst gezamenlijk de tekst.

Als je er de vorige keer niet was, onderstreep je hierbij de woorden waarvan je de betekenis niet kent óf niet kunt uitleggen aan een ander.
Restant van de tekst

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3A
Zoek de woorden uit het schema in de tekst.
Lees de regel waar het woord in staat nog een keer, en probeer de betekenis te vinden.
Noteer de betekenis in het schema.



Klaar? Maak met ieder woord een goede zin.
timer
4:00
Lukt het niet?
Zoek de betekenis van het woord online.

» Encyclo is hiervoor een goede website

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Nakijken


De docent draait met de spinner steeds een woord uit het schema en noemt een naam.

Ben je aan de beurt? Vertel dan welke betekenis jij hebt gevonden.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Noteer in je eigen woorden wat een samenstelling is én geef een voorbeeld.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Theorie

Eerder dit schooljaar hebben we het gehad over samenstellingen
Wat is dit ook alweer? Even een korte herhaling:


Soms kun je van twee of meer zelfstandige naamwoorden een nieuw woord maken. Dit noem je een samenstelling.


Een zelfstandig naamwoord is vaak een mens, dier of ding

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Theorie
Een samenstelling is dus een woord dat bestaat uit meerdere woorden.
Een samenstelling schrijf je aan elkaar.

Voorbeeld:
De woorden vakantie en pret vormen samen: vakantiepret
De woorden reis en koffer vormen samen: reiskoffer
De woorden hand, doek en haakje vormen samen: handdoekhaakje

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Nu jullie!
Bedenk minstens 5 woorden die een samenstelling zijn.
Schrijf eerst de twee losse woorden op, daarna de samenstelling.

Doe het zo:
school - tas - schooltas

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Theorie
In de tekst vind je ook een aantal samenstellingen.
Soms ken je de betekenis van zo'n woord niet, maar wel een deel van het woord.

Bijvoorbeeld 'openluchtbad' bestaat uit open + lucht + bad.
Dit woord betekent dus 'een zwembad zonder dak'. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Uit welke (losse) woorden bestaan de samenstellingen in het schema?

Hak de samenstellingen in stukjes, en noteer de betekenis. 


Klaar?
» Maak opdracht C 1 t/m 3
» Numo Nederlands taken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Noteer in 2 minuten zoveel mogelijk samenstellingen met 'water'
timer
2:00

Slide 18 - Open question

This item has no instructions


Noteer in 2 minuten zoveel mogelijk samenstellingen met 'zwem'
timer
2:00

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

BEGRIPPEN UIT DEZE LES
samenstelling

verfrissende

waternetwerk

tappen

watermaat-schappij


toevoer

overmaatse

openbare
versnelling

tuinslang

waterstand
buitenkraan

grondwater

opvangbak

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Eindslide.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions