2. Verlichting (paragraaf 2)

Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)
2. Verlichting (paragraaf 2)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)
2. Verlichting (paragraaf 2)

Slide 1 - Slide

De Verlichting
vraag: 
Waarom kan een andere manier van denken leiden tot een revolutie?

Slide 2 - Slide

uitleg
- Absolutisme en de standenmaatschappij waren een doorn in het oog van de derde stand. Ongelijke verdeling van macht en invloed.
- Maar dat was al eeuwen zo. En er was nooit iets aan gedaan.
Was het dan in 1780 zo veel erger?!?
- Misschien wel. Maar dat was niet het probleem…
->
Rond 1780 komt de Verlichting op. En dit zorgt voor een nieuwe situatie.  


Slide 3 - Slide

In 3-tallen.
Zoek 3 feiten op over de (denk)stroming de Verlichting. (7 min) Gebruik je mobieltje.

Slide 4 - Open question

Herinner je je dit nog? 
(uit het vorige hoofdstuk)
Dit gebeurde niet alleen in de Republiek maar in heel Europa; de wetenschap-pelijke revolutie. Dus ook in Frankrijk!

Slide 5 - Slide

Gebruik je verstand!
  • Zoals men bij de wetenschappelijke revolutie zelf ging onderzoeken, zo ging men in de 18e eeuw over maatschappelijke dingen rationeel denken. (Rationeel = met je verstand)

  • Door zelf na denken i.p.v. aan te nemen wat de overheid of kerk zegt konden mensen bijgeloof overwinnen. Het is alsof de mensen voortaan alles veel helderder kunnen zien, daarom wordt deze periode ook wel de Verlichting genoemd

Slide 6 - Slide

Vrijheid en gelijkheid volgens de Verlichters
  • Alle mensen zijn gelijk en hebben de zelfde rechten; de natuurrechten.
  • Absolutisme is niet juist, macht moet worden gedeeld door de koning en het volk. 
  • Als de koning niet goed functineert moet hij weg; het 'social contract'. John Lock
  • De standenmaatschappij vonden zij dus niet goed.
  • Onderwijs voorkomt onwetenheid, bijgeloof en onverdraagzaamheid.
  • Volgens hen waren er mensenrechten zoals vrijheid die alle mensen moesten hebben.

Slide 7 - Slide

Montesquieu: Trias Politica

Slide 8 - Slide

Verspreiding van de Verlichting met behulp van brieven, boeken, encyclopedie en salons.

Slide 9 - Slide

Reactie van Franse koning
  • Niet blij!
  • Ideeen, boeken en pamfletten van de Verlichters werden verboden! -> Censuur
  • Toch ontstaat er een publieke opinie (=mening)

Slide 10 - Slide

De Verlichting
vraag: 
Waarom kan een andere manier van denken leiden tot een revolutie?

Slide 11 - Slide

Verschillende verlichte denkers
John Locke (17de eeuw!): Het volk heeft samen de macht, maar niet iedereen kan tegelijk regeren. Macht was daarom aan de koning gegeven.

Rosseau: Geen koning nodig. Alle macht ligt bij het volk.

Voltaire: (Verlicht) absoluut vorst is nodig om het domme volk te regeren.

Slide 12 - Slide

opdrachten 
Maak de volgende opdrachten online.

Een aantal opdrachten staan in je werkboek (2,3,8,9,12 en 14) en kan je ipv in je boek online maken. De antwoorden worden gegeven als je de opdracht hebt gemaakt. 
Na de opdrachten uit je boek staan er nog 5 vragen online
Toepassing

Slide 13 - Slide

blz 35, 2a

Slide 14 - Open question

blz 35, 2b

Slide 15 - Open question

blz 35, 3a en 3b

Slide 16 - Open question

blz 36, opdracht 8a

Slide 17 - Open question

blz 36, vraag 8b

Slide 18 - Open question

vraag 8c

Slide 19 - Open question

vraag 9c

Slide 20 - Open question

vraag 12
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz

blz 37, vraag 14

Slide 22 - Open question

Hoe noem je de situatie op het plaatje hiernaast?
A
Machtspiramide
B
Middeleeuwse bestuurorganisatie
C
Standensamenleving

Slide 23 - Quiz

De 1ste en 2e stand hadden welke rechten/plichten?
A
Weinig belasting betalen, Eigen rechtspraak
B
Veel belasting, hogere straffen
C
Herendiensten leveren,

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste combinatie?
A
Voltaire-volkssoevereiniteit
B
Locke- godsdienstvrijheid
C
Rousseau-trias politica
D
Montesquieu-trias politica

Slide 25 - Quiz

Wetgevende macht
Rechtsprekende macht
Uitvoerende macht

Maken regels en wetten.
Voeren de wetten en regels uit.
Straffen wanneer wetten en regels worden overtreden.

Slide 26 - Drag question

Hoe werden de ideeën van de Verlichting verspreid?

Slide 27 - Open question

Montesquieu is verantwoordelijk voor een briljant verlichtingsidee. Welk?
A
Liberalisme
B
Afschaffen slavernij
C
Trias politica
D
Franse revolutie

Slide 28 - Quiz

Mensenrechten
- Verklaring van rechten van de
mens en burger 1789

Bescherming:
- Uitbuiting, onderdrukking
- Garandeerd persoonlijke vrijheid.

Slide 29 - Slide

Een verlicht vorst wilde...
A
Het volk laten regeren
B
Zelf regeren, met verlichte ideeën
C
Zelf regeren, zonder verlichte ideeën

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video