This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 2
Voeding en vertering
Slide 1 - Slide
Basisstof 1
- Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen
- Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken
- Je kunt essentiële en niet-essentiële voedingsstoffen onderscheiden (VG)
Slide 2 - Slide
Voedingsstoffen
Bouwstoffen
Brandstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Slide 3 - Slide
Vetten
Eiwitten
Koolhydraten
Water
Mineralen
Vitaminen
Slide 4 - Drag question
Indicatoren
Voedingsstoffen aantonen
Zetmeel - jodium
Glucose - Fehling
Vetten - Sudan 3
Eiwit - Kopersulfaat en natronloog
Vitamine C - DCPIP
Slide 5 - Slide
Basisstof 2
- Je kunt de werking en functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven
- Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie
- Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven
Slide 6 - Slide
Vertering
Grotere voedingsstoffen worden afgebroken tot kleinere verteringsproducten
Mechanische vertering: voedsel in kleine stukjes verdelen waardoor het oppervlakte groter wordt
Chemische vertering: verteringssappen met enzymen zorgen ervoor dat voedingsstoffen in je voedsel worden afgebroken tot steeds kleinere verteringsproducten
Gezonde voeding, schijf van vijf, energie, overgewicht en ondergewicht, BMI, eetstoornissen
Bederven en conserveren van voedsel, additieven
Vegetariërs, veganisten
Voeding en vertering zoogdieren
Productinformatie
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
https:
Slide 40 - Link
https:
Slide 41 - Link
Voor een koe is het moeilijk om eten te verteren. Voor een hond is dat is een stuk makkelijker. Waarom is dat zo?
A
Vleeseters hebben een klein verteringsstelsel
B
Knobbelkiezen kunnen de prooi goed malen
C
Plantencellen hebben een celwand
D
Met knipkiezen kan je makkelijker en snel eten
Slide 42 - Quiz
Wat wordt er bedoelt met een sleutel-slot principe bij enzymen?
Slide 43 - Open question
Gal is een vertering sap
A
Juist
B
Onjuist
Slide 44 - Quiz
Hoe noem je de beweging van de darmen?
Slide 45 - Open question
Welke organen maken sappen die eiwitten verteren?
Slide 46 - Open question
Energiebehoefte is afhankelijk van:
(Sleep de correcte vakjes naar het rode vak)
Leeftijd
eetgewoontes
activiteit
geslacht
gewicht
lengte
BMI
honger gevoel
Slide 47 - Drag question
waarom is minder vlees eten beter voor het milieu?
Slide 48 - Open question
Er is geen vertering nodig bij.....
A
Water, glucose, vitamines en mineralen
B
Voedingsvezels
C
Vetten en eiwitten
D
Zetmeel en suiker
Slide 49 - Quiz
enzym
verteringsproduct
voedingsstof
Slide 50 - Drag question
VWO: Gegeven:
2 enzymen en 2 curves. Het enzym pepsine komt voor in de maag. Het enzym amylase zit in ons speeksel. Zet de enzymen op de juiste plek.
Pepsine
Amylase
Slide 51 - Drag question
Geert is een topsporter. Hij heeft een blessure gekregen waardoor hij zijn sport niet meer kan uitoefenen. Leg uit waarom zijn energie behoefte afneemt.
Slide 52 - Open question
Pip is Vegan en wil haar kat graag ook vegan eet. Waarom krijgt een kat een eiwit tekort door een vegan dieet.