This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Welke spelling is juist?
A
Der name ist ...
B
Der Name ist ...
Slide 4 - Quiz
Welke spelling is juist?
A
Das Tier ist hier.
B
Das tier ist hier.
Slide 5 - Quiz
Welke spelling is juist?
A
Mein Hund ist groß.
B
Mein Hund ist Groß.
Slide 6 - Quiz
Welke spelling is juist?
A
Die Pause Ist kurz.
B
Die Pause ist kurz.
Slide 7 - Quiz
Welke spelling is juist?
A
Das ist meine Mutter.
B
Das ist Meine Mutter.
Slide 8 - Quiz
Begrijp je wanneer je een hoofdletter moet schrijven?
JA
BIJNA
EIGENLIJK NOG NIET
NEE
Slide 9 - Poll
Slide 10 - Slide
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
dreizehn
Slide 11 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
eins
Slide 12 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
zehn
Slide 13 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
fünfzehn
Slide 14 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
einhundert
Slide 15 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
sechs
Slide 16 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
siebzehn
Slide 17 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
dreißig
Slide 18 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
neun
Slide 19 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
neunzig
Slide 20 - Open question
Weet je het nog van de vorige les?
Typ dit getal in cijfers:
neunzehn
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Wat is het geslacht van dit woord?
Mutter
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 24 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Mütter
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 25 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Hausaufgaben
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 26 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Adresse
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 27 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Name
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 28 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Handy
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 29 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Straße
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 30 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Mädchen
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 31 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Tier
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 32 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Telefonnummer
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 33 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Telefonnummern
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 34 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Affe
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 35 - Quiz
Wat is het geslacht van dit woord?
Mäuse
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Wat is juist?
A
mein Straße
B
meine Straße
Slide 39 - Quiz
Wat is juist?
A
mein Name
B
meine Name
Slide 40 - Quiz
Wat is juist?
A
mein Oma
B
meine Oma
Slide 41 - Quiz
Wat is juist?
A
mein Kind
B
meine Kind
Slide 42 - Quiz
Wat is juist?
A
mein Eltern
B
meine Eltern
Slide 43 - Quiz
Wat is juist?
A
mein Buch
B
meine Buch
Slide 44 - Quiz
Wat is juist?
A
mein Bücher
B
meine Bücher
Slide 45 - Quiz
Slide 46 - Slide
We schrijven deze woordjes nu niet over in je schrift, want je hoeft ze niet te kunnen schrijven. Maar nu staat niet alles wat je moet leren in je schrift... Zou je liever deze woordjes ook op het bord zien staan?