M1 NE begrijpend lezen met zaakvakteksten (week 12)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

M1 NE begrijpend lezen met zaakvakteksten

antwoorden formuleren

Leerdoelen

1. Je weet wat RTTI inhoudt;
2. Je kan actief lezen door vragen te stellen;
3. Je kan volledige antwoorden formuleren door een gedeelte van de vraag te herhalen..

Week 12

• M. Leervragen (5.1 GS) in volledige zinnen beantwoorden
• M. leervragen formuleren bij 5.1  (GS) blz. 57
• M. formatieve toets hst 4
• Herhaling woordsoorten 
• Leesboek van Maren Stoffels lezen

Planning

Les 1: paragraaf 5.1 GS lezen en vragen beantwoorden

Les 2:  Zelf vragen formuleren en beantwoorden bij paragraaf 5.2 (GS)

Les 3: Formatieve toets hst 4 Woorden, grammatica en spelling

Les 4: Formatieve toets nabespreken

Wat weet je nog? 

Benoem het bijvoeglijk naamwoord.
Door de heftige storm werden wij vlot vooruit geblazen.

1. de
2. heftige
3. storm
4. vlot

Benoem het zelfstandig naamwoord.
De zachtgele verf was schitterend.

1. zachtgele
2. verf
3. was
4. schitterend

Benoem het lidwoord.
Het komende najaar verhuist mijn goede vriend.

1. het
2. komende
3. najaar
4. vriend

Benoem het werkwoord.
De kleine kinderen winnen graag het knikkerspel.

1. kleine
2. kinderen
3. winnen
4. knikkerspel

Benoem het voorzetsel.
Op dinsdag en woensdag heb ik een lange dag.

1. op
2. en
3. ik
4. een

De kerk valt uiteen

Lees 'Kritiek op de kerk'
1. Wanneer kwam de Duitse monnik Maarten Luther terug van zijn reis naar Rome? (R)

2. Waarin was Maarten Luther teleurgesteld? (R)

3. Welke kritiek had Maarten Luther op de katholieke kerk? (T1)

4. Waarom was het volgens Maarten Luther hoog tijd dat er hervormingen kwamen? (T2)

5. Waarom konden veel Nederlanders in de tijd van Maarten Luther lezen? (I)

Welke soort vragen zijn het makkelijkst te beantwoorden?

1. creëren
2. analyseren
3. onthouden
4. begrijpen

In dit schema zie je de verschillende onderdelen van de piramide naast elkaar. 

HOe verder naar rechts wordt ook wel hoger orde denken genoemd.

Beantwoord de vragen bij 'Luther uit de kerk' in volledige zinnen waarin je een stukje van de vraag herhaalt

9. Waarom zette de paus Maarten Luther uit de kerk? (T1)

10. Voor wie moest Luther verschijnen om zijn standpunt (mening) te wijzigen? (T1)

11. Wanneer moest Luther voor Karel V verschijnen om zijn standpunt te wijzigen? (R)

12. Wie is Karel V? (R)

13. Waarom werd Luther vogelvrij verklaard? (T1)

14. Wat betekent het als je vogelvrij wordt verklaard? (T2)

15. Wie beschermde Luther, zodat hij niet gedood kon worden, omdat hij vogelvrij was verklaard? (R)

16. Wat deed Luther in het kasteel van Frederik van Saksen? (T1)

17. Hoe kon de vertaalde Bijbel zo snel verspreid worden? (T1)

18. Wie had in de 15e eeuw de boekdrukkunst uitgevonden? (R)

19. Waarom werd door de uitvinding van de boekdrukkunst boeken goedkoper? (T2)

Week 12

• M. Leervragen (5.1 GS) in volledige zinnen beantwoorden
• M. leervragen formuleren bij 5.1  (GS) blz. 57
• M. formatieve toets hst 4
• Herhaling woordsoorten 
• Leesboek van Maren Stoffels lezen

Les 2: M1 NE begrijpend lezen met zaakvakteksten

antwoorden formuleren

Leerdoelen

1. Je weet wat RTTI inhoudt;
2. Je kan actief lezen door vragen te stellen;
3. Je kan volledige antwoorden formuleren door een gedeelte van de vraag te herhalen..

Week 12

• M. Leervragen (5.1 GS) in volledige zinnen beantwoorden
• M. leervragen formuleren bij 5.1  (GS) blz. 57
• M. formatieve toets hst 4
• Herhaling woordsoorten 
• Leesboek van Maren Stoffels lezen

Planning

Les 1: paragraaf 5.1 GS lezen en vragen beantwoorden

Les 2:  Zelf vragen formuleren en beantwoorden bij paragraaf 5.1 (GS)

Les 3: Formatieve toets hst 4 Woorden, grammatica en spelling

Les 4: Formatieve toets nabespreken

Wat weet je nog? 

Benoem het werkwoord.
Zij zou haar toets over willen doen.

1. zou
2. willen
3. doen
4. zou willen doen

Benoem het zelfstandig naamwoord.
De buurman had de botsing niet gezien.

1. buurman
2. de
3. botsing
4. gezien

Benoem het werkwoord.
Kom je een keer pizza bij me eten?

1. kom
2. je
3. een keer
4. eten

Benoem het bijvoeglijk naamwoord.
De stoere kleuter klom op het klimrek.

1. de
2. stoere
3. kleuter
4. klimrek

Benoem het voorzetsel.
Ik loop onder de paraplu.

1. ik
2. loop
3. onder
4. de

Wat weet je nog? 

Hoe moet je op een toets vragen beantwoorden?

Vragen van les 1 nabespreken

De kerk valt uiteen

Maarten Luther 

Kritiek: luxe, aflaten, Bijbel, priesters en

heiligen

1521 Luther moet naar Karel V 

Luther wordt uit de kerk gezet, vogelvrij!

Hulp van Frederik van Saksen --> vertaling

Ga naar blz. 57 van je GS boek

1. Lees de tekst 'katholieken en protestanten' en maak leervragen. Beantwoord je leervragen in volledige zinnen.
2. Lees de tekst 'Godsdienstoorlogen' en maak leervragen. Beantwoord je leervragen in volledige zinnen.
3. Lees de tekst 'Toen en nu: godsdienstvrijheid' en maak leervragen. Beantwoord je leervragen in volledige zinnen. 

Week 12

• M. Leervragen (5.1 GS) in volledige zinnen beantwoorden
• M. leervragen formuleren bij 5.1  (GS) blz. 57
• M. formatieve toets hst 4
• Herhaling woordsoorten 
• Leesboek van Maren Stoffels lezen