De ziekte van Parkinson (zelfstandig aan de slag)

Parkinson
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Parkinson

Slide 1 - Slide

Parkinson

Slide 2 - Mind map

Inleiding
Beste student,
Vandaag ga ja aan de slag met de les over het ziektebeeld Parkinson.
Je gaat beginnen met het bekijken van een filmpje over het ziektebeeld Parkinson.
Daarna volgen teksten en opdrachten elkaar op, zodat je aan het einde van deze les weet:
- wat de ziekte van Parkinson inhoud;
- welke gevolgen op lichamelijke, psychische en sociale de ziekte van Parkinson heeft.
Succes!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Substantia nigra / zwarte kern :
Soepel laten verlopen van bewegingen

Contact tussen zenuwcellen vindt plaats met behulp van : Neurotransmitters
neuro = zenuw / transmitter = overbrengen

De cellen van substantia nigra produceren, dopamine.
Parkinson = steeds minder dopamine in de hersenen aangemaakt. 

Slide 6 - Slide

Wat is de ziekte van Parkinson?
A
Een chronische hartziekte
B
Een chronische longziekte
C
Een chronische hersenziekte

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Bradykinesie
Substantia-nigra
Dopamine
Maskergelaat
Rigiditeit
Tremor


Neuro
transmitter

Dopamine 
producerende 
cellen
traagheid 
van
bewegingen
sombere 
gezichts-
uitdrukking
Stijfheid
van'
spieren
Beven

Slide 9 - Drag question

Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van de zenuwen

Slide 10 - Quiz

Bij de ziekte van Parkinson ontstaat een tekort aan histamine
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Dopamine kan de bloedhersenbarrière passeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De ziekte van parkinson wordt veroorzaakt door
het plaatselijk verdwijnen van de isolatieschede (myelineschede) van de zenuwvezels in de hersenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

De ziekte van Parkinson ontstaat bij de meeste patiënten na het 60e jaar.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Komt Parkinson vaker voor bij mannen of bij vrouwen?
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Beide ongeveer hetzelfde
D
Dat is onbekend

Slide 24 - Quiz

Noem eens een aantal verschijnselen van de ziekte van Parkinson.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Parkinson is met medicatie te genezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Wat behoort tot de eerste 'vage' klachten van Parkinson?
A
Trillen, freezing, verminderd ruiken
B
Obstipatie, evenwichtsproblemen, stijve spieren
C
Obstipatie, verminderd ruiken, slaapstoornissen
D
Trillen, wanen/hallucinaties, slaapstoornissen

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

De tremor bij de ziekte van Parkinson wordt erger in rust, en kan onderdrukt worden als iemand bijvoorbeeld iets pakt.
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

"Dhr van der M. (58) heeft de ziekte van Parkinson. Dhr heeft hulp nodig bij het eten en zijn dagelijkse verzorging zoals wassen en aankleden. Hij heeft 24-uurszorg nodig en verblijft in een verpleeghuis.
Via welke wet wordt dit geregeld?
A
WGBO
B
WKKGZ
C
WLZ
D
WVGGZ

Slide 34 - Quiz

Parkinson kan erfelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide