Vragen bij BS 2 bloedsomloop

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Vragen bij BS 2 bloedsomloop

Hoe heet het bloedvat dat van het hart naar de nieren stroomt?

1. Nierader
2. Nierslagader

Hoe heet het bloedvat dat van de longen naar het hart stroomt?

1. Longader
2. Longslagader
3. Hartader
4. Haarvaten

Hoe heet het bloedvat dat van de darmen naar de lever stroomt?

1. Darmader
2. Darmslagader
3. Poortader
4. Poortslagader

Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft bevat zuurstofrijk bloed?

1. Linkerharthelft
2. Rechterharthelft

Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft pompt het bloed naar de 
aorta?

1. Linkerharthelft
2. Rechterharthelft

Bevat de longader zuurstofarm of zuurstofrijk bloed? En de nierader?

1. Longader arm Nierader arm
2. Longader rijk Nierader rijk
3. Longader arm Nierader rijk
4. Longader rijk Nierader arm

Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.

Met welk nummer wordt de aorta aangegeven?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 5

Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.

Met welk nummer wordt de rechterkamer aangegeven?

1. 1
2. 3
3. 4
4. 5

Zuurstofrijk bloed komt het hart binnen via de

1. Aorta
2. Longader
3. Holle ader
4. Longslagader

Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.

Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?

1. 1
2. 2
3. 4