Op deze tekening zie je hoe een brand zich door de natuur verspreidt.
De wijze waarop de verspreiding plaatsvindt hebben we een naam gegeven.
Zo kennen we bijvoorbeeld loopvuur, kroonvuur, grondvuur en vliegvuur.
Sleep de teksten naar de plek waar dit in beeld is gebracht.
Bij een brand ontstaan vonken. De wind neemt deze mee door de lucht. Op een heel andere plek kan hierdoor brand ontstaan. Dit noemen we vliegvuur.
Een voorbeeld van een grondvuur is een brand in het veengebied. Onder de grond verspreidt de brand zich. Dit zijn erg lastige branden om te blussen. Je kunt hier dagenlang mee bezig zijn.
Een loopvuur verspreidt zich via de grassen en planten over de grond.
Als het loopvuur via hoge struiken en laaghangende takken naar boven in de bomen klimt, verplaatst de brand zich óók via de toppen van de bomen. Dat noemen we kroonvuur. Vooral dennenbomen zijn hier gevoelig voor.
Branden in boomtoppen zijn voor de brandweer erg lastig om te blussen. Gelukkig komt dit in Nederland op dit moment nog niet zo vaak voor.
Soort beplanting
De soort beplanting in het gebied speelt een belangrijke rol bij de verspreiding van brand.
Bepaalde soorten vegetatie verspreiden een brand sneller dan andere soorten. Denk bijvoorbeeld aan de pluisjes van een populierenboom. Dat lijkt net witte sneeuw en brandt erg snel.