This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
§11.1. Eten
-opeten: bek, tanden, kauwen
-verteren: maag en darmen
-energiebalans
-camouflage: eten en gegeten worden
-hoe eten planten
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
vandaag eten en verteren
soorten kiezen
maagdarmkanaal en voedsel
maken en nakijken opgave 3 tm 9
Slide 3 - Slide
https:
Slide 4 - Link
vertering
waar worden stoffen verteerd?
planteneter <-> vleeseter
slecht verteerbaar voedsel
goed verteerbaar voedsel
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
biologie pagina
H3 dieren en planten
Oefening gebitten van zoogdieren
Slide 7 - Slide
start
vorige les: fotosynthese en energiebalans
vandaag: gegeten worden
§11.1 afronden (alles af, nagekeken)
timer
3:00
Slide 8 - Slide
energie balans
E = energie in eten = 1000 kJ
B =energie om te bewegen
T = energie om warm te blijven
U = energie in uitwerpselen
P = energie nodig voor nieuwe cellen
B = 400 kJ T = 400 kJ. U = 100 kJ P = 100 kJ
Slide 9 - Slide
Hoe eet een plant?
fotosynthese
Slide 10 - Slide
1
Slide 11 - Slide
van glucose maakt een plant weer andere stoffen
zetmeel (waar zit veel zetmeel?)
eiwitten
vetten
vitaminen
Slide 12 - Slide
huiswerk
lezen: wanneer heeft een dier genoeg te eten?
+. hoe eten planten?
maken en nakijken opgave 10 tm 16
Slide 13 - Slide
prooidier predator
- vluchten
klimmen, rennen, in holen verstoppen
- camouflage
- mimicry
Slide 14 - Slide
ademhalen §11.2
hond
insect
vis
plant
Uitleg
opgave 3 tm 16 maken en nakijken
Opdracht website maken
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
diffussie
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
https:
Slide 20 - Link
gaswisseling plant
fotosynthese?
verbranding?
Huidmondjes
Slide 21 - Slide
vandaag
-meedenken over HACO?
-uitleg deel van §11.3
- opdracht dieraanpassing
- popweek extra opdrachten inschrijven
woensdag 27 feb
2e lesuur
lijst staat bij huiswerk vandaag
Slide 22 - Slide
11.3 Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen
3 soorten bloedsomloop:
1: open
2: enkelvoudig gesloten
3: dubbel gesloten
Slide 23 - Slide
enkelvoudig gesloten bloedsomloop
Hier is het bleod rood door hemoglobine.
Wat doet hemoglobine?
Slide 24 - Slide
dubbel gesloten bloedsomloop
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
vaatbundels met houtvaten en bastvaten
Houtvaten: water en minarelen van beneden naar boven
Bastvaten: water en glucose van boven naar beneden.
Slide 27 - Slide
Hoe stroomt water van beneden naar boven?
worteldruk
zuigktracht door de verdamping van water in de bladeren
capillaire werking in houtvaten
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
vandaag
uitleg dieren en temperatuur
oefenen biologiepagina koud- of warmbloedig
leerdoelen bekijken
opgaven maken van §11.4 en nakijken
Slide 30 - Slide
warmbloedig en warme omgeving
Je kunt uitleggen en toepassen dat dieren beschermd zijn tegen hitte door dunnere vacht of verenkleed.
Je kunt uitleggen waarom dieren hijgen en zweten.
Slide 31 - Slide
warmbloedig en kou
Je kunt uitleggen wat de functie is van vacht en haren en hoe dit werkt.
Je kunt uitleggen wat het effect is van het opzetten van veren of haren op het isolerend vermogen. Je kunt uitleggen en toepassen wat het effect is van een dikke vetlaag op het isolerend vermogen. Je kunt uitleggen en toepassen wat het verschil is tussen winterslaap en winterrust.
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Egel
Gaat in winterslaap
=
slaapt de hele winter door
Eekhoorn
Gaat in winterrust
=
wordt af en toe wakker, als het wat minder koud is in de winter
Slide 34 - Slide
Egels en eekhoorns verzamelen allebei een voorraad voedsel. Waarom heeft de eekhoorn meer voedsel nodig?
Slide 35 - Open question
Wat is niet waar over de winterslaap van de egel?
A
De lichaamstemperatuur stijgt.
B
De activiteit blijft hetzelfde
C
Het lichaamsgewicht neemt af.
D
De ademhaling en de hartslag dalen
Slide 36 - Quiz
Welk gevaar loopt een egel als de winter streng is en lang duurt?
Slide 37 - Open question
Koudbloedige dieren
Je kunt uitleggen en toepassen, waarom het voor een koudbloedig dier gunstig is om in een warme omgeving te zijn.
Je kunt toepassen en een voorbeeld noemen van de manier waarop een koudbloedig dier zich tegen kou beschermd.