Proeftoets zinsontleding

Zin 1
Luke en Thomas hebben de brommer van Yvette gekocht.

Let op: zit een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zin 1
Luke en Thomas hebben de brommer van Yvette gekocht.

Let op: zit een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-)

Slide 1 - Slide

Luke en Thomas hebben de brommer van Yvette gekocht.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 2 - Open question

Luke en Thomas hebben de brommer van Yvette gekocht.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 3 - Open question

Luke en Thomas hebben de brommer van Yvette gekocht.

Wat is het onderwerp?

Slide 4 - Open question

Luke en Thomas hebben de brommer van Yvette gekocht.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 5 - Open question

Zin 2
Het vakantiewerk heeft ons 50 euro opgeleverd.

Let op: zit een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-)

Slide 6 - Slide

Het vakantiewerk heeft ons 50 euro opgeleverd.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 7 - Open question

Het vakantiewerk heeft ons 50 euro opgeleverd.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 8 - Open question

Het vakantiewerk heeft ons 50 euro opgeleverd.

Wat is het onderwerp?

Slide 9 - Open question

Het vakantiewerk heeft ons 50 euro opgeleverd.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 10 - Open question

Het vakantiewerk heeft ons 50 euro opgeleverd.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 11 - Open question

Het vakantiewerk heeft ons 50 euro opgeleverd.

Wat is het bijwoordelijke bepaling?

Slide 12 - Open question

Zin 3
De meeste druiven komen uit Frankrijk.

Let op: zit een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-)

Slide 13 - Slide

De meeste druiven komen uit Frankrijk.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 14 - Open question

De meeste druiven komen uit Frankrijk.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 15 - Open question

De meeste druiven komen uit Frankrijk.

Wat is het onderwerp?

Slide 16 - Open question

De meeste druiven komen uit Frankrijk.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 17 - Open question

De meeste druiven komen uit Frankrijk.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 18 - Open question

De meeste druiven komen uit Frankrijk.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Slide 19 - Open question

Zin 4
Wie maakt vandaag zijn huiswerk niet af?

Let op: zit een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-)

Slide 20 - Slide

Wie maakt vandaag zijn huiswerk niet af?

Wat is de persoonsvorm?

Slide 21 - Open question

Wie maakt vandaag zijn huiswerk niet af?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 22 - Open question

Wie maakt vandaag zijn huiswerk niet af?

Wat is het onderwerp?

Slide 23 - Open question

Wie maakt vandaag zijn huiswerk niet af?

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 24 - Open question

Wie maakt vandaag zijn huiswerk niet af?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 25 - Open question

Wie maakt vandaag zijn huiswerk niet af?
Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Slide 26 - Open question