Introductie PO1

Introductie PO 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Introductie PO 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Introductie PO2, inplannen
begrippen voor PO2 uitleg
begin werken aan PO2

Slide 2 - Slide

Planning
Je werkt in tweetallen
inleveren: 12.10.
Feedback van mij tijdens de les of in dalton

Slide 3 - Slide

Inhoud PO
  • Media
  • Je gaat twee nieuwsartikelen over hetzelfde onderwerp kiezen. 
  • Je mag helemaal zelf kiezen waar het over gaat. Wel uit de laatste 3 maanden.
  • Twee artikelen van verschillende soorten kranten

Slide 4 - Slide

Verschillende soorten media
Populaire kranten 
Sensationeel nieuws (bv. over sport)

Kwaliteitskranten
Serieuze kranten met uitgebreide achtergrondinformatie (bv. over politiek, wetenschap)

Slide 5 - Slide

Populaire krant

Kwaliteitskrant

Slide 6 - Drag question

Doelgroep
Waarover een krant schrijft, heeft te maken met de mensen die de krant lezen, bijvoorbeeld jongeren of hoger opgeleiden. Dit noemen we de doelgroep.

Een groep met dezelfde kenmerken en belangstelling.

 

Slide 7 - Slide

Wat is een doelgroep?
A
Groep mensen met ongeveer dezelfde interesses.
B
Groep mensen die op elkaar lijken qua uiterlijk
C
Groep mensen die hetzelfde doel voor ogen hebben
D
een groep voetbalkeepers

Slide 8 - Quiz

Betrouwbaar nieuws
- objectief
- hoor en wederhoor
- nieuwsbronnen zijn aangegeven

Slide 9 - Slide

Objectief en subjectief
Objectief is gebaseerd op feiten
Subjectief is gebaseerd op meningen

Slide 10 - Slide

Objectief of subjectief?
Bertha houdt haar telefoon vast.
De klas is erg rumoerig.
Bertus heeft een mooi t-shirt aan.
Objectief
Subjectief
Subjectief
Objectief

Slide 11 - Drag question

Hoor en wederhoor
Beide partijen aan het woord laten

Slide 12 - Slide

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Hoor en wederhoor is het scheiden van feiten en meningen.
2. Een goede journalist is altijd subjectief.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 13 - Quiz

PO werken
maak groepjes (van 2)
lees de opdracht
word document met structuur

Slide 14 - Slide