Nederlands herhaling lezen en luisteren

Lezen
en 
luisteren

Wat weet je nog?


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen
en 
luisteren

Wat weet je nog?


Slide 1 - Slide

Bij een recept is er sprake van het tekstdoel
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 2 - Quiz

Bij een nieuwsbericht is er sprake van het tekstdoel
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Activeren

Slide 3 - Quiz

Bij een betoog is er sprake van het tekstdoel
A
Activeren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Beschouwen

Slide 4 - Quiz

Bij een sollicitatiebrief is er sprake van het tekstdoel
A
Amuseren
B
Beschouwen
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 5 - Quiz

Tekstverbanden en tekstsoorten

Slide 6 - Slide

Welk signaalwoord hoort bij een tegenstelling?
A
En
B
Maar
C
Bovendien
D
Kortom

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoorden hoort bij een voorbeeld/toelichtend verband?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
Verder
D
Bijvoorbeeld

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen een standpunt en een argument?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen een objectief en subjectief argument?

Slide 12 - Open question

Objectief / subjectief

Objectief: gebaseerd op feiten
Subjectief: gebaseerd op mening

Slide 13 - Slide

Wat is een drogreden?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

In de inleiding van een tekst wordt het onderwerp van de tekst stap voor stap uitgewerkt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

In de inleiding van een tekst introduceert de schrijver het onderwerp en wekt de belangstelling van de lezer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

In het slot van de tekst staat vaak een samenvatting, conclusie, aansporing, advies of combinatie hiervan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Het middenstuk van een tekst bestaat altijd uit 1 alinea.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz