LJ1 - 2.7 Eencellige organismen / LJ2 - 2.7 Nadenken over eten

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 2.7
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 2.7
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
LJ 1: Pak je boek van biologie en laat deze dicht op je tafel liggen.

LJ2: Je werkt alvast zelfstandig aan de opdrachten. Opdracht 1 t/m 5 op blz 136 t/m 138

Huiswerk controle






Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- kun je uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één cel. 


Leergebiedoverstijgende doelen:
Reflecteren:
- Kijk je eigen werk na en corrigeer waar mogelijk
- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Slide

Welk eencellig organisme heeft geen vast vorm?
A
Amoebe
B
Pantoffeldiertje

Slide 5 - Quiz

Hoe beweegt een amoebe zich voort?
A
Doormiddel van schijnvoetjes
B
Doormiddel van schijnhandjes

Slide 6 - Quiz

Hoe voedt een pantoffeldiertje zich?
A
de celmond
B
de celkern
C
de trilhaartjes

Slide 7 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 en 2 op blz 123


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Slide

eencellig

er bestaan dierlijke organismes die maar uit 1 cel bestaan.

dit zijn eencellige organismes

voorbeelden : amoebe en pantoffeldiertje

Slide 9 - Slide

amoebe
een amoebe heeft een celmembraam en een celkern. Hij is een soort eencellige dier.

de amoebe beweegt door het cytoplasma te verplaatsen in zijn schijnvoetje. de inhoudt van de amoebe verplaats zich zo.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

pantoffeldiertje
ook het pantoffeldiertje heeft een celmembraam en een celkern. dit is ook een eencellige dier.

aan de buitenkant van het pantoffeldiertje zitten trilharen. Deze trillen door de vloeistof heen en zo beweegt hij.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
Dan maken wij samen opdracht 1 

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 en 2 op blz 123.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten zorgvuldig na.
Daarna maak je leren onderzoeken opdracht 1 t/m 3

timer
1:00

Slide 15 - Slide

1. Lesopening LJ2 
Pak je boek van biologie en laat deze dicht op je tafel liggen.







Slide 16 - Slide

2. lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen LJ2
Aan het eind van deze les:
- kun je uitleggen dat minder vlees eten beter is voor de gezondheid en voor het milieu.


Leergebiedoverstijgende doelen:
Reflecteren
- Kijk je eigen werk na en corrigeer waar mogelijk
- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning. 

Slide 17 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Bregje
Je maakt opdracht 1 t/m 5 op p. 134 t/m 138



De rest doet mee met de mini-check. 

Slide 18 - Slide

Een vegetariër eet geen vlees.
Wat is een flexitariër?
A
Iemand die wel vlees eet
B
Iemand die ook geen melk en ei eet
C
Iemand die een aantal dagen p.w. geen vlees eet

Slide 19 - Quiz

Hoe noem je iemand die helemaal geen dierlijke voedingsmiddelen, zoals melk en eieren, gebruikt?
A
Vegetariër
B
Alles eter
C
Diervriendelijke eter
D
Veganist

Slide 20 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 5 op p. 134 t/m 138


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 21 - Slide

Voordeel van vlees eten:
Eiwitten
B-vitamine
IJzer

Te veel:
kans op beroerte, diabetes type 2,  darm-en longkanker

Slide 22 - Slide

Voordeel van geen vlees eten:
Afname dierenleed
Lagere kans op ziektes

Extra groente en fruit eten
Vitamine C
Extra B12
Goed voor milieu

Slide 23 - Slide

Gebruik van ruimte
Voor koeien en andere dieren heb je erg veel ruimte nodig voor weinig energie. Als je die ruimte gebruikt voor bijvoorbeeld graan, heb je veel meer energie voor dezelfde ruimte.

Kippen zijn minder vervuilend dan
koeien of varkens. 

Slide 24 - Slide

Verschillende diëten
- Vegetariër: Eet geen vlees
- Veganist: Eet geen dierlijke producten, dus óók geen melk, eieren etc.
- Flexitariër: Eten soms vlees, maar minder dan normaal (flexibel).

- Pescotariër: Eten geen vlees, maar wel vis. 
- Pollotariër: Eten alleen gevogelte (zoals kip).

Slide 25 - Slide

Vleesvervangers
Vleesvervangers lijken qua smaak en
uiterlijk op vlees, maar is gemaakt van
plantaardige producten. 

Slide 26 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
Dan maken wij samen opdracht 2

Slide 27 - Slide

6. Zelfstandig werken 
LJ 1 - Je maakt zelfstandig opdracht 1 en 2 op blz 123
LJ 2 - Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op p. 134 t/m 138


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je leren voor het SO van donderdag.
timer
1:00

Slide 28 - Slide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?


Lesdoel:
- kun je uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één cel?

Slide 29 - Slide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?


Lesdoel:
- kun je uitleggen dat minder vlees eten beter is voor de gezondheid en voor het milieu?

Slide 30 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Donderdag 1 december
2.7 opdracht 1 en 2


Huiswerk LJ2: 
Donderdag 1 december
2.7 opdracht 1 t/m 5 
Toetsen LJ1: 




Toetsen LJ2: 

Slide 31 - Slide