This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
The Passive (lijdende vorm)
Stepping Stones
Havo 3
Slide 1 - Slide
Het meisje gooide de afval weg.
Slide 2 - Slide
The girl threw the rubbish away.
Slide 3 - Slide
Passive
Bij de lijdende vorm is het niet belangrijk wie iets doet, maar de actie is wel belangrijk. Dus wat er gebeurt.
Someone broke our kitchen window. > active Our kitchen window was broken. > passive
Slide 4 - Slide
Lijdende vorm
Het onderwerp van de zin ondergaat iets.
Het onderwerp voert de actie niet uit.
Wil je toevoegen wie/wat de actie uitvoert, dan zet je dit erachter door -by toe te voegen.
Our kitchen window was broken by a burglar.
Slide 5 - Slide
Hoe maak je een passive zin?
1. De actie vooraan zetten.
2. Eventueel hulpwerkwoord herhalen
3. vorm van 'to be' toevoegen. am/are/is/was/were/be Neemt de vorm aan van het hoofdwerkwoord.
4. Tweede werkwoord veranderen naar een voltooid deelwoord.
Slide 6 - Slide
Wie toevoegen
Wil je toevoegen 'wie' de actie uitvoert?
Dan kan je deze toevoegen door 'by' toe te voegen en daarna de persoon/ding achter te zetten.
The shoplifter was caught by the police.
Slide 7 - Slide
Let op!
Wil je toevoegen wie de actie uitvoert en staat er een tijdsbepaling in de zin? Dan komt eerste de tijd en dan de persoon. Staat de tijd vooraan de zin, dan laat je deze zo staan.
The shoplifter was caught yesterday by the police.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Verander naar passive: My grandfather built this house in 1943.
Slide 10 - Open question
Verander naar passive: The cleaner has cleaned the office.
Slide 11 - Open question
Verander naar passive: She was writing a song at that time.