This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Quiz
Paragraaf 1.2 t/m 1.5
Volgende week repetitie
Slide 1 - Slide
waarom verdienden de Europese landen eerst niet aan de handel in specerijen? Twee antwoorden zijn goed
A
de koningen verboden het maken van winst
B
de handel ging via veel tussenpersonen
C
het vervoer van de specerijen is heel duur
D
De Arabieren hadden de handel in handen
Slide 2 - Quiz
Welke Europees land was het eerst met ontdekkingsreizen?
A
Spanje
B
Portugal
C
Italië
D
Nederland
Slide 3 - Quiz
Waarom maakten de Europese landen voornamelijk ontdekkingsreizen?
A
Noord Europa was te koud. Ze wilden naar de zon.
B
Ze wilden nieuwe handelsroutes vinden.
C
Ze wilden meer gewesten.
D
Men vond karavanen maar ouderwets.
Slide 4 - Quiz
Wie verwoestte het Incarijk?
A
Pizarro
B
Cortes
C
Vespucci
D
Marco Polo
Slide 5 - Quiz
Welke ontdekkingsreiziger verovert het rijk van de Azteken?
A
Hernan Cortes.
B
Vasco da Gama
C
Diego Velazquez.
D
La Malinche.
Slide 6 - Quiz
Columbus ontdekte
A
Amerika
B
India
C
Indonesie
D
Gemert
Slide 7 - Quiz
Columbus vaarde voor welk koninkrijk?
A
Spanje
B
Engeland
C
Engeland
D
Portugal
Slide 8 - Quiz
wanneer ontdekte Columbus Amerika?
A
1492
B
2018
C
1694
Slide 9 - Quiz
Wie was de eerste Europeaan in Indië
A
Colombus
B
Tocanelli
C
Vasco Da Gama
D
Willem Barentsz
Slide 10 - Quiz
Bartholomeu Diaz was de eerste ontdekkingsreiziger die rond de wereld voer
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quiz
Wie bereikte in 1488 als eerste Kaap de Goede Hoop in het uiterste zuiden van Afrika?
A
Hendrik de Zeevaarder
B
Bartholomeus Diaz
C
Las Casas de tweede
D
Chfistoffel Columbus
Slide 12 - Quiz
Hendrik de Zeevaarder was:
A
Een rijke prins
B
Belangrijke kapitein
C
Ontdekkingsreiziger
D
Arme matroos
Slide 13 - Quiz
Waarom was Hendrik de zeevaarder zo belangrijk voor deze periode?
A
Hij ontdekte op zijn zeereizen veel nieuwe handelsroutes
B
Hij ontdekte Brazilië waardoor Portugal er een groot gebied bij kreeg
C
Hij schonk veel geld en schepen om ontdekkingsreizen mogelijk te maken
D
Als Koning van Nederland heeft hij veel gedaan aan de Nederlandse zeevaart
Slide 14 - Quiz
Wat is een overeenkomst tussen Columbus en Cabral?
A
Beiden werkte ze voor het Spaanse koningshuis met als doel het vinden van nieuwe zeeroutes
B
Beiden vonden ze dat de zeeroutes niet geheim moesten blijven maar eerlijk gedeeld met de andere Europese landen.
C
Beide ontdekte ze per ongelijk een heel nieuw gebied (Amerika en Brazilië)
D
Ze hielden beide super veel van spaghetti
Slide 15 - Quiz
Wat is een encomienda?
A
Een hele dure Spaanse peper
B
Een Spaans liefdeslied
C
De belangrijkste tempel in het Aztekenrijk
D
Een stuk land in Amerika, bestuurd door een Spaanse edelman
Slide 16 - Quiz
Wat was GEEN gevolg van de Nieuwe Wetten
A
De indianen werden officieel onderdaan van de Spaanse koning
B
De indianen kwamen steeds meer in opstand
C
Veel indianen werden christelijk
D
Behandeling van de indianen verbeterde
Slide 17 - Quiz
Waarom gingen de Spanjaarden vooral andere arbeiders zoeken voor hun plantages in Amerika?
A
De indianen bezweken aan de hitte
B
De indianen bezweken aan het Europees geweld
C
De indianen bezweken aan Europese ziektes
D
De indianen waren fysiek niet bestand tegen het zware werk
Slide 18 - Quiz
Hoe noemen we de handel die hier afgebeeld is.
A
ruilhandel
B
Koloniseren
C
Economische handel
D
driehoekshandel
Slide 19 - Quiz
De Driehoekshandel bracht slaven van Amerika naar Europa.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Welk continent maakt GEEN deel uit van de Trans-Atlantische Driehoekshandel?
A
Azië
B
Europa
C
Afrika
D
Amerika
Slide 21 - Quiz
Hoe noemen we de vermenging uit relaties tussen verschillende culturen in Amerika?
A
Integratie
B
Mestizering
C
Assimilatie
D
Rasvermenging
Slide 22 - Quiz
1. Een indianenvolk in Zuid-Amerika (het huidige Peru) dat een machtig rijk had opgebouwd heette de Azteken. 2.met mestizering wordt de vermenging van Amerikaanse en indiaans bloed aangeduid.