2.4 Cellen

2.4 CELLEN
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4 CELLEN

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies

  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 2 - Slide

wat gaan we doen?
10 min Lezen 2.4 Cellen Bladzijde 110 - 112. Klaar? --> alvast opdr. 1, 2, 3                          maken.
25 min Zelf cellen tekenen: plant/dier 
10 min Korte uitleg: bouw van cellen. 


Slide 3 - Slide

2 cellen tekenen. 
een plantaardige en een dierlijke
in 2-tallen (Namen er opzetten)
stiften, papier
Denk aan de onderdelen + de namen
Kijk op bladzijden 110 t/m 113


Slide 4 - Slide

Dierlijke Cellen
Welke onderdelen? en welke functies?

Slide 5 - Slide

Plantaardige 
Cellen
Welke onderdelen en welke functie?

Slide 6 - Slide

Plantaardige 
Cellen

Hebben extra celonderdelen:
  • Vacuole: blaasje gevuld met vocht, opslag van stoffen en stevigheid
  • Plastiden: korrels met speciale functie
    (bladgroenkorrels, kleurstofkorrels, zetmeelkorrels)
  • Celwand: laag om celmembraan, zorgt voor stevigheid. Is eigenlijk geen onderdeel van de cel maar tussencelstof!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Plastiden

  • Bladgroenkorrels: in groene delen van plant, fotosynthese
  • Kleurstofkorrels: geven bloemen en vruchten een gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: opslag van zetmeel

Korrels kunnen van ene type overgaan in het andere type!

Slide 9 - Slide

Celorganellen

Delen van een cel die een eigen functie hebben, noem je celorganellen
Bijvoorbeeld: celkern, vacuole, plastiden

Slide 10 - Slide

Evaluatie Leerdoelen
Laat de cellen zien.
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies

  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 11 - Slide