2.4 Waar blijft alle zand, grind en klei?

2.4 Waar blijft alle zand, grind en klei?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.4 Waar blijft alle zand, grind en klei?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

De loop van een rivier
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Delta
Sediment

Slide 3 - Slide

Neem de tabel over in je schrift

Slide 4 - Slide

1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.

 

2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.


3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.

Slide 5 - Slide

Het grotere plaatje
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Delta
Hoe herken je een delta?
-Een stuk land dat in zee uitsteekt.
-De rivier vertakt in meerdere geulen.
-Het heeft een vorm van een driehoek.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Rivieren monden op verschillende manieren uit in zee:
Delta: kust die ontstaat wanneer aan de monding van een rivier meer materiaal wordt afgezet dan door de stroming in zee wordt afgevoerd.
Estuarium: brede riviermonding, vaak in de vorm van een trechter, die door eb- en vloedstromen is uitgeschuurd (zie opdracht 5 werkboek).

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Een deel van het zand dat terecht komt in de zee, vormen uiteindelijk de duinen.

Slide 13 - Slide

Meander rivier erosie/sedimentatie

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Binnenbocht, langzame stroming en sedimentatie

Buitenbocht, snelle stroming en erosie

Slide 16 - Slide

Maak een korte samenvatting van het kopje sedimentgesteente

Slide 17 - Slide