Week 1
Snuf vindt het spannend dat Sinterklaas komt. Hij heeft gehoord dat hij met de boot komt. Hoe gaat dat precies vraagt Snuf zich af.
Het vertrek van Sinterklaas in Spanje en de aankomst in Nederland. (voorbeeldspel)
Starten met de woordkast (tegenstellingen) en gedurende het thema steeds aanvullen.
Hoe ziet een boot eruit, hoe heten de onderdelen op en aan de boot. In groepjes noteren op een placemat. daarna samenvoegen
Week 2:
1.(voorbeeldspel) De werkkamer van Sinterklaas spelen. Wat hebben we nodig en de werkkamer inrichten. In het grote boek alle kinderen hun naam laten schrijven en zichzelf tekenen, foto erbij. Later kunnen de gemaakte verlanglijstjes in het boek geplaatst worden.
2.(voorbeeldspel) De schoen zetten, vullen, de verrassing in de schoen. Foto’s van de kinderen en de namen eronder stempelen, ophangen in de werkkamer van de Sint.
3.(voorbeeldspel) De verlanglijst. Verlanglijstjes maken en doorgeven aan de Piet/ Sint.
4.(voorbeeldspel) De inpaktafel. Meten van het papier om het juiste cadeau. Kleine cadeautjes en doosjes bij de inpaktafel. Pieten halen verlanglijstjes op en maken de cadeautjes in orde. Als de kinderen slapen brengen zij heel stil de cadeautjes naar de kinderen.
Woordbeeldweb over de werkkamer van Sinterklaas.
Maken van verlanglijstjes.
Placemat: wat heb je nodig om pepernoten/ snoepgoed te kunnen maken? daarna weer samenvoegen tot een woordbeeldweb
Week 3:
De bakkerij. Sinterklaas doet bestellingen bij de bakkerspieten. In de werkkamer komen bestellijsten, deze kan Sint aan de pieten doorgeven, zodat de pieten kunnen gaan bakken en de bestellingen klaarmaken. In de bakkerij hangen afbeeldingen van snoepgoed met de prijzen erbij, Sinterklaas heeft deze op een brief hangen in zijn werkkamer. In de bakkerij hangen de recepten op.
Woordparaplu van het snoepgoed
Week 4:
Sint komt op bezoek en vertrekt weer terug naar Spanje.