Les 30 Sterke werkwoorden in de verleden tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Programma 

-  nakijken

-  terugblik

- uitleg sterke werkwoorden

- inoefenen

- zelf aan de slag

- afsluiting

Les 29, opdracht 1 t/m 11 nakijken

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Sterke en zwakke werkwoorden

Gisteren (bevrijden) de brandweer vier mensen.

Verstappen liep een gridstraf op in Qatar.

Hij dacht daar te kunnen winnen van Lewis Hamilton.

Gisteren ........(lezen) Sint en Piet de ellenlange verlanglijstjes van de leerlingen uit 1C.

Piet ......(lopen) vlug over het dak met een grote zak met lijstjes op zijn rug.

Sint...... (besluiten) nog even te wachten met het kopen van cadeautjes voor deze kinderen.

De Pieten ......(zoeken) eerst de klas eens op om te zien hoe braaf deze kinderen waren.

Zelf aan de slag

Wat?	Werk aan les 30, opdracht 1 t/m 11 op blz. 64 en 65
Hoe?	Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?	Lezen in je leesboek.
Tijd?	30 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Vul de juiste vorm van de verleden tijd van het werkwoord in.

Sint ... van het dak van de school toen hij op zoek was naar de klas. (vallen)

De ambulance ... snel met Sint naar het ziekenhuis. (rijden)

Vanuit het ziekenhuis ... Sint een brief naar de Pieten over 1C. (schrijven)

Hij ... de Pieten om bij die altijd lieve en hardwerkende kinderen iets lekkers te bezorgen. (vragen)