P1 - Week 7 - Hulp bieden bij de uitscheiding

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen week 7

Aan het einde van de les: 

• Weet je wat te observeren bij feces en urine, kun je afwijkingen signaleren met de daarbij passende maatregelen.
• Kun je verschillende hulpmiddelen en materialen benoemen. Je weet hoe hulp te bieden bij uitscheiding in verschillende situaties. 
• Kun je minimaal 5 aandachtspunten benoemen bij de zorg bij de uitscheiding. 
• Kun je aandachtspunten bij de zorg omtrent incontinentie van urine en ontlasting benoemen
• Kun je  aandachtspunten tijdens de zorg voor urineopvangsystemen, een blaaskatheter en een suprapubische katheter benoemen.

Thiemen Meulenhoff 

Waar kun je deze les vinden?

Thiemen Meulenhoff: Persoonlijke basiszorg 

Module 3: Hulp bieden bij de uitscheiding. 

Kopje: 1.  Urine en 2. Ontlasting

De begrippenlijst van Persoonlijke Basiszorg module 3 

Terugblik vorige week

In de volgende dia's krijg je vragen over 

onderwerpen van vorige week.

 

Hulp bij de uitscheiding
Wat denk je, waarmee moet je de zv helpen?

Bij mensen met een halfzijdige verlamming kun je het eten het best in de gezonde kant van de mond inbrengen

1. juist
2. onjuist

Wat moet je doen als iemand zich verslikt en niet kan spreken, hoesten of ademen

1. je kijkt in de mond of je iets ziet zitten
2. je begint meteen met 5 rugslagen, daarna 5 buikstoten, daarna bel je 112
3. je belt 112, je begint met 5 rugslagen, daarna 5 buikstoten
4. je begint meteen met 5 buikstoten, daarna 5 rugslagen, daarna bel je 112

Een slechte huidturgor duidt op een positieve vochtbalans

1. juist
2. onjuist

Hoeveel uur houd je een vochtbalans bij?

1. 8 uur
2. 12 uur
3. 16 uur
4. 24 uur

Wat betekent dehydratie?

1. uitdroging
2. ondervoeding
3. bloedvergiftiging
4. zuurstofgebrek

Heeft een zorgvrager een positieve vochtbalans (bv + 500 ml) dan heeft hij 500 ml te weinig gedronken

1. juist
2. onjuist

Door met de les 

van week 7

Uitscheiding
wat valt hieronder?

urine

ontlasting

sputum

menstruatie

transpiratie

braken

Wat vind je er van?

- Heb je weleens uitscheidingsproducten van een ander gezien, wat vond je daar van??

- Bij welk soort uitscheiding voel jij afkeer?

Hulp bij de uitscheiding: urine en ontlasting

Woorden die veel gebruikt worden in de zorg zijn:
Mictie: Uitscheiding van urine.

Feces: Ontlasting.

Defeceren: Ontlasting krijgen.

Obstipatie: Ontlasting is hard en droog, met moeite wordt het uitgescheiden.

Retentie:  Na het uitplassen blijft te veel urine achter in de blaas.

De rol van de verpleegkundige

• Je biedt ondersteuning en hulp bij uitscheiding.
• Je krijgt te maken met problemen die zich daarbij kunnen voordoen, zoals; incontinentie. 
• Je maakt gebruik van hulpmiddelen om het uitscheiden gemakkelijker te maken.

Jouw (beroeps)houding is bij dit alles erg belangrijk! Wat wordt hier mee bedoelt?

Opdracht

Ga naar it's-learning ->  theorie vaardigheden week 7.

Beantwoord de vragen die staan in het Word document. 

Gebruik bij het beantwoorden van de vragen TM Traject (PBZ3) en internet.

Huiswerk voor volgende les

Opdracht afmaken It's Learning. Neem uitwerking mee naar de les.

Doorlezen voor volgende les: 

Thiemen Meulenhoff: Persoonlijke basiszorg.

Module 3:  Hulp bieden bij de uitscheiding.

Kopje 4: Transpiratie, menstruatie, sputum en braaksel.

Docent:

verpleegkunde gaat uitgebreid in op dit thema.
Voor theorie vaardigheden alleen de verpleegkundige zorg.

Lesdoelen bereikt? 

• Weet je waar je de urine en feces op moet observeren en kun je eventuele afwijkingen signaleren en weet hierbij de juiste maatregelen te treffen.
  
• Kun je de verschillende hulpmiddelen en materialen benoemen die je kan gebruiken bij het hulp bieden bij de uitscheiding en je begrijpt in welke situaties je deze kan gebruiken.
  
• Kun je minimaal 5 aandachtspunten benoemen bij de zorg bij de uitscheiding
  
• Kun je samenvatten wat de aandachtspunten zijn bij de zorg omtrent incontinentie van urine en ontlasting
  
• Kun je samenvatten wat de aandachtspunten zijn tijdens de zorg voor urineopvangsystemen, een blaaskatheter en een suprapubische katheter.

tot volgende week