H4.1 verkennen

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

H 4 Kracht en beweging

Paragrafen

• 4.1  Een wereld vol krachten
• 4.2  De grootte krachten
• 4.3  Snelheid
• 4.4  Versnellen en vertragen

INTRODUCTIE

Leerdoel:

Ik kan in verschillende situaties aangeven wanneer meer of minder krachten worden gebruikt

Spoorboekje

1. uitleg introductie                                    5 min
2. opdracht I en II maken  blz 127        15 min
3. antwoorden doornemen I en II         5 min
4. opdracht III en IV klassikaal              15 min
5. evaluatie                                                    5 min
   

welke krachten ken je?

zelfstandige activiteit

Wat: lees tekst bovenaan bladzijde 127 en maak vraag I en II

Hoe: alleen of in tweetallen- alleen fluisteren 

Hulp: boek hoofdstuk 4.1

Tijd: 10 minuten

Klaar: Schrijf in je schrift welke krachten je kent

antwoord vraag I

a. Paulien gebruikt spierkracht bij 

     lopen, tanden poetsen, ademen(!), 

     een voorwerp optillen, fietsen, enzovoort. 

 b. de zwaartekracht

antwoord II

a. • Het starten van de fiets.

     • Het optillen van een zware (school)tas.

b. • Het optillen van een pen. 

     • Knipperen van de oogleden.

• Je fietst met 15 km/uur.
  
• Hoeveel km leg je af in 20 minuten?
  

• Hoe lang doe je dan over 7,5 km? 

• het is 7,5 km naar school.
• Met welke snelheid moet je fietsen om in 20 minuten op school te zijn?

1. tijdens de rit is er een steile helling omlaag
2. de auto rijdt op een snelweg, neemt een afslag en rijdt verder door de stad
3. de auto rijdt van huis naar een oprit en gaat de snelweg op
4. de auto rijdt door de stad, remt voor een bocht en gaat daarna weer sneller

evaluatie leerdoel

Leerdoel:

Ik kan in verschillende situaties aangeven wanneer meer of minder krachten worden gebruikt