Luistervaardigheid, week 16 > Terschelling; Ameland

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Documentaires, week 16

Terschelling - Ameland

stap 30 en 40

Na deze les:

* Weet je wat een documentaire is.

* Heb je de begrippen objectief en subjectief herhaald.

* Kun je aangeven of iets een hoofdzaak of een bijzaak is.

Documentaire

Een documentaire is een film of radioprogramma, waarin de maker een beeld schetst van een verschijnsel, gebeurtenis of persoon uit de realiteit, bijvoorbeeld uit de politiek, sport, wetenschap of geschiedenis.

Objectief en subjectief

In een documentaire krijg je meestal objectieve informatie over een onderwerp. Dit is controleerbare, feitelijke informatie.

Toch bevatten sommige documentaires ook wel subjectieve informatie. Dat hangt af van de documentairemaker, die de informatie en de wijze waarop hij die brengt kan sturen.

Find My Phone

Je gaat kijken naar een documentaire over wat er gebeurt als je telefoon wordt gestolen. Meestal wordt deze direct doorverkocht, maar je kunt via een speciale app je telefoon volgen. Ook kun je nog beeld- en geluidsopnamen maken.

De documentairemaker liet zijn telefoon bewust stelen om te zien wat er daarna mee gebeurt.

Neem eerst de volgende vragen door, voordat je de documentaire bekijkt! (I)

1. Welke manier is gebruikt om deze aflevering in te leiden?

2. Wat is het onderwerp? Gebruik maximaal vier woorden.

3. Formuleer de hoofdgedachte van deze aflevering in een      goedlopende zin.

4. Noteer het doel van de documentairemaker.

5. Is de informatie die je in deze aflevering krijgt betrouwbaar? Onderbouw je antwoord met twee redenen.

6. Wat is de functie van het beeldgebruik? Licht je antwoord toe.

Neem eerst de volgende vragen door, voordat je de documentaire bekijkt! (II)

7. De volgende zinnen komen uit de aflevering. Geef aan of het om een hoofdzaak of een bijzaak gaat.

a) 'In Amsterdam worden per dag ongeveer zeventien telefoons gestolen.'
b) 'Ik was nog nooit zo blij geweest dat er iets van me was gestolen.'

c) 'Mijn telefoon is net gestolen in Amsterdam.'

d) 'Laten we gaan kijken of we hem kunnen volgen.'

e) 'In de belgeschiedenis kwam ik twee opvallende nummers tegen.'

Neem eerst de volgende vragen door, voordat je de documentaire bekijkt! (III)

8. In de documentaire komt een aantal typische telefoontermen voor.

a) Leg uit wat bedoeld wordt met locatiegeschiedenis.

b) Omschrijf in je eigen woorden wat een back-up is.

9. Wat wordt er bedoeld met: 'Ik realiseerde me dat de band die ik met hem had opgebouwd, compleet eenzijdig was.'

Welke manier is gebruikt om Find My Phone in te leiden?

1. Een kort, grappig of bijzonder verhaal vertellen.
2. De aanleiding voor het spreken / gesprek noemen.
3. Een of meer vragen over het onderwerp stellen.
4. Het onderwerp aankondigen.

Wat is het onderwerp? Gebruik maximaal vier woorden.

Formuleer de hoofdgedachte van deze aflevering in een goedlopende zin.

Wat is het doel van de documentairemaker?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Overhalen
4. Amuseren

Is de informatie die je in deze aflevering krijgt betrouwbaar? Onderbouw je antwoord met twee redenen.

Wat is de functie van het beeldgebruik?
Licht je antwoord toe.

Zijn de volgende zinnen uit de aflevering een hoofdzaak of een bijzaak?

Hoofdzaak

Bijzaak

'In Amsterdam worden per dag ongeveer zeventien telefoons gestolen.'

'Ik was nog nooit zo blij geweest dat er iets van me was gestolen.'

'Mijn telefoon is net gestolen in Amsterdam.'

'Laten we gaan kijken of we hem kunnen volgen.'

'In de belgeschiedenis kwam ik twee opvallende nummers tegen.'

In de documentaire komt een aantal typische telefoontermen voor.
Leg uit wat bedoeld wordt met 'locatiegeschiedenis'.

Omschrijf in je eigen woorden wat een 'back-up' is.

Wat wordt er bedoeld met: 'Ik realiseerde me dat de band die ik met hem had opgebouwd, compleet eenzijdig was.'

Vat de hoofdzaken van de documentaire 'Find My Phone' samen in ongeveer zeventig woorden.
Zorg ervoor dat iemand die de documentaire niet gezien heeft je samenvatting ook begrijpt.

Wat heb je geleerd?

* Je weet wat een documentaire is.

* Je hebt de begrippen objectief en subjectief herhaald.

* Je kunt aangeven of iets een hoofdzaak of een bijzaak is.