- De toon is netjes en beleefd (u).
- Minimaal 3 alinea's (inleiding - kern - slot).
- Witregels tussen de onderdelen.
- De zinnen zijn begrijpelijk en goed geformuleerd.
- De woorden zijn correct gespeld.
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
- De leestekens worden in de zinnen correct gebruikt.