Despoten

Wat is verlicht absolutisme ?
A
Een regeerwijze waarbij de vorst, de absolute macht in handen heeft, maar probeert om zonder inspraak van het volk hervormingen door te voeren
B
Het systeem dat Frederik en Catherina de Grote in Pruisen en Rusland invoerden en dat Frankrijk juist niet wilde invoeren.
C
Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren
D
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van ratio
1 / 12
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is verlicht absolutisme ?
A
Een regeerwijze waarbij de vorst, de absolute macht in handen heeft, maar probeert om zonder inspraak van het volk hervormingen door te voeren
B
Het systeem dat Frederik en Catherina de Grote in Pruisen en Rusland invoerden en dat Frankrijk juist niet wilde invoeren.
C
Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren
D
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van ratio

Slide 1 - Quiz

Verlicht absolutisme: welk 'motto' hoort daarbij?
A
Alles voor de koning, maar niets door het volk
B
Alles voor en door het volk.
C
Alles voor het volk, maar niets door het volk
D
Alles voor het volk, maar niks door de koning

Slide 2 - Quiz

Welk persoon hoort niet bij het verlicht absolutisme?
A
Jozef II van Oostenrijk
B
Catharina II van Rusland
C
Frederik de Grote van Pruisen
D
Lodewijk XIV van Frankrijk

Slide 3 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel komt op Versailles wonen
D
religieuze tolerantie

Slide 4 - Quiz

Wat bedoelen we met de afschaffing van het Edict van Nantes?
A
Alleen het katholieke geloof is nog toegestaan in Frankrijk
B
Alle geloven zijn nu toegestaan in Frankrijk
C
Katholicisme is verboden in Frankrijk
D
Je mag elk geloof hebben maar het niet uiten

Slide 5 - Quiz

'Bill of Rights' (1689)
welk land en en wat is de kern?
A
Engeland. bevestiging van de invoering van de Trias Politica.
B
Amerika. Pamflet tot aanzet onafhankelijkheid van Amerika
C
Engeland. fundamentele rechten burgers en parlement, geen absolutisme
D
Amerika. bevestiging van de invoering van de Trias Politica.

Slide 6 - Quiz

Wat was het droit divin?
A
Dat was de regel dat alleen de adel mocht besturen en dat de koning de hoogste edelman was.
B
Dat was de regel dat de kerk de baas was over het geloof en mochten bepalen wat goed was.
C
Dat was het idee dat god de koning gekozen had, en dat het daarom goed was dat hij alle macht had.
D
Dat was een nieuwe manier van denken waar mensen optimistisch en rationeel werden.

Slide 7 - Quiz


een sociaal contract
A
is een regeerwijze waarbij de vorst absolute macht heeft.
B
is een denkbeeldig verdrag tussen mensen onderling om een politieke samenleving of staat te vormen.
C
wordt gevormd door rechten die een mens vanaf zijn geboorte heeft.
D
is het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door gebruik van verstand.

Slide 8 - Quiz

over de Fronde:
Wat klopt niet?
A
Adel was veel privileges kwijtgeraakt
B
parlement had nauwelijks zeggenschap
C
Lodewijk XIV was nog een kind
D
Adviseur van Lod XIV was kardinaal Mazarin (katholiek)

Slide 9 - Quiz

Staten-Generaal
Bevolking
Prins Maurits
Gewestelijke staten
Plaatselijke besturen (stad, platteland)
Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt

Slide 10 - Drag question

De Magna Carta is een belangrijk Europees document want...
A
het doorbrak de macht van de Engelse koning, waardoor de adel en geestelijkheid meer macht kreeg.
B
het doorbrak de macht van de Engelse koning, waardoor het volk macht kreeg.
C
het doorbrak de macht van de Duitse keizer, waardoor de keurvorsten meer macht kregen.
D
het doorbrak de macht van de Bourgondische hertog, waardoor de steden meer macht en privileges kregen.

Slide 11 - Quiz

Godsdienstvrijheid
Scheiding van machten
De wil van het volk moet worden uitgevoerd
Vrij zijn om je eigenbelang na te jagen
Adam Smith
Voltaire
Montesquieu
Locke

Slide 12 - Drag question