Locomotorisch stelsel HFDST 1 HERHALING

De oudere zv met aandoeningen van het locomotorisch stelsel
1 / 19
next
Slide 1: Slide
VerzorgingHoger onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

De oudere zv met aandoeningen van het locomotorisch stelsel

Slide 1 - Slide

Wat versta je onder locomotorisch stelsel?

Slide 2 - Open question

Is osteoporose een factor voor een beperkte mobiliteit?
A
ja
B
neen

Slide 3 - Quiz

Wat is osteoporose?
A
slijtage van gewrichten
B
verminderde botmassa
C
verminderde spierweefsel
D
verminderde mobiliteit

Slide 4 - Quiz

Ouderen lopen meer kans op een fractuur als ze osteoporose hebben
A
juist
B
niet - juist

Slide 5 - Quiz

In welke lichaamsdeel komt artrose het meest voor?

Slide 6 - Open question

Wordt artrose beschouwd als normaal in het dagelijks leven?
A
ja
B
neen

Slide 7 - Quiz

Bij artrose loop je later risico op een mobiliteitsbeperkingen
A
juist
B
niet juist

Slide 8 - Quiz

Met verouderen gaat je spierkracht
A
verminderen
B
vermenigvuldigen

Slide 9 - Quiz

Met krachtverlies heb je een
A
toenemende stijfheid
B
verminderde stijfheid

Slide 10 - Quiz

Met het ouder worden gaat de reactietijd en coördinatie verslechteren
A
juist
B
niet juist

Slide 11 - Quiz

Coördinatie is
A
sturen van bewegingen vanuit nieren
B
sturen van bewegingen vanuit hersenen
C
sturen van bewegingen vanuit hart
D
sturen van bewegingen vanuit lever

Slide 12 - Quiz

Bewegen is mogelijk zonder goed functionerende zintuigen
A
juist
B
niet juist

Slide 13 - Quiz

Met ouder worden heb je problemen met zicht
A
juist
B
niet juist

Slide 14 - Quiz

Normaal bewegen is onmogelijk zonder goede bloedcirculatie

A
juist
B
niet juist

Slide 15 - Quiz

Spieractiviteit vereist

A
energie
B
brandstoffen
C
energie en zuurstof
D
zuurstof

Slide 16 - Quiz

Vooral kalmeer – en slaapmiddelen kunnen motoriek ernstig beïnvloeden
A
juist
B
niet juist

Slide 17 - Quiz

Sociaal

A
bewustwording
B
mobiliteit
C
verlagen bewustzijn
D
verhogen energie

Slide 18 - Quiz

Wat is een sociaal isolement?

Slide 19 - Open question