RT les 2 spelling algemeen

Remedial Teaching
les 2
Algemene spelling
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RTMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Remedial Teaching
les 2
Algemene spelling

Slide 1 - Slide

Welk woord is goed geschreven?

A
abrikoos
B
abriekoos

Slide 2 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?

A
agressieviteit
B
agressiviteit

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
kritiek
B
krietiek

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
politicus
B
polieticus

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
ciclus
B
cyclus

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
hockeyen
B
hockieën

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
ponie
B
pony

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
indiaan
B
indieaan

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
hobbie
B
hobby

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
simbool
B
symbool

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed geschreven
A
alibie
B
alibi

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
volleyballen
B
vollieballen

Slide 13 - Quiz

Wat gaan we deze les leren?
  • Woorden met korte klinkers
  • De stomme -e-
  • Tweeklanken

Wat heb je hiervoor nodig?
LessonUp
Lesbrief in SOM

Slide 14 - Slide

Welke letters waren ook al weer de korte klinkers?

Slide 15 - Open question

Korte klinkers
Korte klinkers staan in een gesloten lettergreep.

Makkelijker voorbeelden: balk, plek, klok, bos, schep enz.

Slide 16 - Slide

Regel 2
  • Woord met meerdere lettergrepen EN een korte klinker, schrijf je met een dubbele medeklinker.
VB: pak - pakken
        put - putten
  • Als er al twee medeklinkers staan, dan verdubbel je die natuurlijk niet.
VB: balk - balken
        jurk - jurken

Slide 17 - Slide

De stomme -e-
In het Nederlands kunnen we de -e- op verschillende manieren uitspreken: 
  • Lange klank (ee) VB: spreken
  • Korte klank (e) VB: spel
  • Stomme -e- (uh) VB: middel

Slide 18 - Slide

Regel 3
Na een stomme -e-, verdubbelt de medeklinker NIET!!
(dus een uitzondering op regel 2)

Voorbeelden:
knikker - knikkeren
wandel - wandelen
reken - rekenen

Slide 19 - Slide

Andere uitzonderingen op regel 2
Woorden die eindigen op -el, -em, -es, -et, -ig, -ik of -il en waarvan de klemtoon op het eerste deel van het woord ligt.

Voorbeelden:
havik - haviken
handig - handige
adem - ademen

Slide 20 - Slide

Regel 4
Na een tweeklank verdubbelt de medeklinker NIET.

Voorbeelden:
geit - geiten
fout - fouten
fluit - fluiten
deuk - deuken

Slide 21 - Slide