KD Verdieping palliatieve zorg les 3

KD verdieping palliatieve zorg 


les 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

KD verdieping palliatieve zorg 


les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

                Programma 

  • terugkoppeling van de   uitwerking casus ACP
  • visie bespreken van de   zorginstellingen m.b.t. palliatieve    zorg  
  • symptomen in de  palliatieve zorg 
            Lesdoelen

  • je kent de verschillende symptomen die in de palliatieve zorg voorkomen 
  • je kent de verschillende   richtlijnen die gebruikt  worden in de palliatieve zorg 
  • je kent het doel van het hanteren van richtlijnen binnen de palliatieve zorg 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling van de opdrachten
Jullie worden verdeeld in groepjes waarin de uitwerkingen  bespreken 

daarna volgt een korte conclusies per groepje online

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tips
  • Wees zo concreet mogelijk
  • Leg behandelingen uit (dialyse, wat vergt dat)
  •  Controleer of ander het heeft begrepen
  • Niet alles hoeft in 1 gesprek
  • Stem plan af met mantelzorgers (zodat niet een bezorgde buurman 112 belt) en zorgverleners
 www.pratenoveruwlevenseinde.nl 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

welke visie zie je in de instelling mbt palliatieve zorg ?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat houdt symptoomanalyse in?

Slide 6 - Mind map

Neem altijd een zo volledig mogelijke anamnese af met aandacht voor alle dimensies (lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel).
Verricht een gericht lichamelijk onderzoek.
Overweeg het gebruik van passende meetinstrumenten.
Doe op indicatie aanvullend onderzoek. Maak bij de keuze voor aanvullende diagnostiek een afweging van haalbaarheid en therapeutische consequenties, mede in het licht van de wens van de patiënt, zijn of haar verblijfplaats, de lichamelijke toestand en de levensverwachting
Hoe noem je een samenhangend geheel van symptomen met een gemeenschappelijke ontstaanswijze ?
A
symptoom
B
syndroom
C
ziekte

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Symptomen
  1. Vermoeidheid                                       11. zich zorgen maken                          21. smaakverandering
  2. Pijn                                                             12. slaapproblemen                              22. pijn in de mond 
  3. Gebrek aan energie                            13.  kortademigheid                              23. braken  
  4. Zwakte                                                      14. misselijkheid                                     24. sufheid
  5. Gebrek aan eetlust                              15. angst                                                     25. oedeem
  6. Gespannenheid                                    16. prikkelbaarheid                                26 .mictieklachten 
  7. Gewichtsverlies                                    17. opgeblazen gevoel                          27. duizeligheid
  8. Droge mond                                            18. hoesten                                               28. dysfagie
  9. Somberheid                                             19. cognitieve symptomen                29 . verwardheid
10. Obstipatie                                                 20. snelle verzadiging                         30 . bloedingen 

Slide 10 - Slide

Smaakveranderingen
Pijn in de mond
Braken
Sufheid
Oedeem
Mictieklachten
Duizeligheid
Dysfagie
Verwardheid
Bloedingen

Symptoommanagement
Fase 1: Breng de situatie in kaart
Fase 2: Vat problematiek en beleid samen en maak een                                     pro- actief beleid.
Fase 3: Maak afspraken over evaluatie van het beleid
Fase 4: Stel het beleid zo nodig bij en blijf evalueren
                (stem altijd af met patiënt en naasten)

Slide 11 - Slide

Betrek bij voorkeur meerdere disciplines. 
Hanteer de volgende systematiek bij de diagnostiek, het beleid en de evaluatie van het effect van het beleid:
Fase 1: Breng situatie in kaart Inventariseer:
medische voorgeschiedenis: diagnose, comorbiditeit, behandeling tot dusver;
beeld van de patiënt op vier dimensies: lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel;
levensverwachting;
medicatie;
analyse van symptomen door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek;
betekenisgeving door de patiënt;
prioriteiten en wensen van de patiënt.
Fase 2: Vat problematiek en beleid samen en maak proactief beleid
Benoem problemen en stel werkhypothesen op.
Maak beleidsafwegingen.
Overweeg consultatie en/of aanvullend onderzoek.
Formuleer het doel van het beleid.
Stel plan van aanpak op:
behandeling van de oorzaak c.q. uitlokkende of in stand houdende factoren;
symptomatische behandeling (niet-medicamenteus en medicamenteus);
ondersteunende zorg.
Denk toekomstgericht!
Fase 3: Maak afspraken over evaluatie van het beleid Evalueer:
Spreek af hoe, door wie en wanneer het effect gemeten en besproken wordt.
Meet het effect aan de hand van klachten en problemen, de beleving ervan, functioneren en welbevinden.
Fase 4: Stel het beleid zo nodig bij en blijf evalueren Stel effect vast:
Effect goed:
Blijf periodiek evalueren (-> ga terug naar fase 3);
Effect afwezig of beperkt:
Stel beleid bij,
Breng situatie opnieuw in kaart en stel werkhypothese bij, of
Accepteer.
Voor alle fasen geldt:
Stem af met patiënt en naasten.
Overweeg gebruik van meetinstrumenten.

Symptomen
  •  Lichamelijk: Pathofysiologisch , Sensorisch,Functioneel
  •  Psychologisch : Affectief, Cognitief
  •  Sociaal 
  •  Existentieel / spiritueel

Slide 12 - Slide

lichamelijk:
pathofysiologisch: het mechanisme dat tot het symptoom leidt
sensorisch: de gewaarwording van het symptoom
functioneel: de gevolgen van het symptoom voor het fysiek functioneren
psychologisch:
affectief: de emotionele problemen die ontstaan door, samengaan met of van invloed zijn op het symptoom
cognitief: begrip van het symptoom en gedachten hierover
sociaal: 
gedrag en interactie met de eigen omgeving
functionele gevolgen van het niet meer kunnen vervullen van rollen in het eigen sociale systeem
existentieel c.q. spiritueel: gedachten, gevoelens en vragen die het symptoom oproept ten aanzien van de persoonlijke zin- en betekenisgeving die verbonden zijn met het ziekteverloop en het levenseinde.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht/Huiswerk 
Ga naar it's learning en ga naar les 3 vermoeidheid bestudeer de aanbevolen literatuur en maak de casus 

in les 4 volgt de bespreking van uitwerking  

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog vragen n.a.v. de les?    Tops en Tips  ?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions