DV5 das Mittelalter

1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nenne ein Literaturwerk was du kennst...

Slide 2 - Open question

Beschäftigst du dich gerne mit Literatur?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Das Mittelalter wird in drei Phasen unterteilt, nämlich Früh-, Hoch- und Spätmittelalter.
A
Die Antwort stimmt.
B
Die Antwort stimmt nicht.
C
Die Antwort stimmt.
D
Die Antwort stimmt nicht.

Slide 4 - Quiz

Merkmale der Epoche Mittelalter 
  • Mündliche Überlieferung 
  • Kirchliche und Höfische Literatur
  • Literatur entstand meist durch einen Auftrag 
  • Das Allgemeingültige und die Idealisierung des Rittertums standen im Mittelpunkt
  • Keine Individualität
  • Kampf von Gut gegen Böse
  • Dichtung und Prosa
  • Minnesang

Slide 5 - Slide

Das Allgemeingültige und die Idealisierung des Rittertums standen im Mittelpunkt
Literatur entstand meistens durch einen Auftrag 
Kirchliche und Höfische Literatur
Mündliche Überlieferung
Er zijn uit de vroege Middeleeuwen slechts weinig ‘Duitse’ teksten overgebleven. In eerste instantie werden teksten mondeling overgeleverd, maar gelukkig zijn enkele teksten bewaard gebleven omdat ze werden opgeschreven. Schrijven kon alleen de geestelijkheid en die schreef vrijwel uitsluitend in het Latijn. 
De literatuur kon hoofdzakelijk worden onderverdeeld in kerkelijke literatuur en hoofse literatuur. Terwijl de eerste de Latijnse taal gebruikte en geestelijke thema's behandelde, was de hoofse literatuur gericht op wereldlijke thema's en het ridderlijke ideaal en werd geschreven in de volkstaal.
Rond de elfde eeuw kwam het ridderwezen in Europa op. Dat veranderde ook de literatuur, waarin ridderlijke deugden als avontuur, moed, daadkracht, trouw en liefde een belangrijke rol gingen spelen. Deze literatuur wordt ‘hoofse’ literatuur genoemd. De dichters trokken langs de verschillende adellijke hoven en droegen daar hun werken voor, veelal begeleid door muziek.
Middeleeuwse literatuur ging minder over de persoonlijke ervaringen en waarnemingen van een individu, maar veel meer over het universele. Naast verhalen die de ridderlijkheid idealiseerden, waren er fictieve fabels en heldenverhalen.

Slide 6 - Drag question

Aangezien in de eerste plaats het universele werd afgebeeld, moest ook de mens als zodanig worden afgebeeld. Het individu speelde geen rol, waarbij vooral werd teruggegrepen op traditioneel geijkte thema's en vormen.
De meeste verhalen gingen over de strijd van goed tegen kwaad. Zij speelden meestal met de karakters van de held (de beste), de dames (de mooiste) en de schurken (de slechtste). Er was een voorkeur voor clichés en traditionele personages.
Vooral poëzie was populair in de Middeleeuwen en dus werden de werken geschreven in dichtvorm en op rijm. Op deze manier konden de verhalen van de Minnesang gemakkelijk worden onthouden en voorgedragen. Pas tegen het einde van het tijdperk, toen de literatuur steeds meer werd beïnvloed door de opkomende bourgeoisie en de cultuur van de steden, alsmede door de opkomende universiteiten, werden steeds meer werken in prozavorm geschreven.
Het is de oudste liefdespoëzie in het West-Europese taalgebied en vond zijn hoogtepunt in de Middeleeuwen. Het gaat over hoofse liefde en de liefdesverklaring van een ridder of minnezanger aan een adellijke dame. Het was het instrument om het ridderlijke ideaal te verbeelden.
Keine Individualität
Kampf von Gut und Böse
Dichtung und Prosa 
Minnesang

Slide 7 - Drag question

Schreibe 3 wichtige Merkmale
auf die zum Mittelalter passen.

Slide 8 - Mind map

Aufgabe: Gedicht suchen (Zweiergruppen)

1. Schritt: 
--> Suche im Netz nach einem Gedicht aus der Epoche Mittelalter.
2. Schritt: 
--> Worum handelt das Gedicht und welche Merkmale sind zurückzufinden? 
3. Schritt:
--> Schreibe ein Elfchen (= 11 W örter) über das Gedicht was du dir ausgesucht hast. 
4. Schritt: 
--> Diese Aufgabe  musst du am Freitag, den 12. März in Google Classroom einreichen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link