Havo 2 par. 2.6 re-urbanisatie en stedelijke vernieuwing

Welkom! 
Welkom!
Leerboek, werkboek pen en Chromebook op tafel
Log vast in bij LessonUp - zie code linksonder
Tas op de grond
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom! 
Welkom!
Leerboek, werkboek pen en Chromebook op tafel
Log vast in bij LessonUp - zie code linksonder
Tas op de grond

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Bespreken leerdoelen
  • Bespreken theorie (los van het boek) + verwerking

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 2.6
  1. Je kent de betekenis van de begrippen re-urbanisatie, stadsvernieuwing, herstructurering, transformatie, renoveren, gentrificatie en verduurzamen.
  2. Je kent de 8 onderdelen van de model van de stad uit bron 36 en je weet ongeveer waar deze onderdelen t.o.v. de binnenstad liggen.
  3. Je weet per onderdeel uit bron 36 een bebouwingskenmerk en je kunt deze herkennen op een afbeelding.
  4. Je weet wanneer de fase van re-urbanisatie was.
  5. Je kunt 3 maatregelen van stadsvernieuwing benoemen.
  6. Je weet welk gevolg herstructurering heeft op de bebouwing en de bewonerssamenstelling van de wijk.
  7. Je weet welke gebieden geschikt zijn voor transformatie.
  8. Je kunt maatregelen benoemen om de stad te verduurzamen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Laagbouwijk '70/ '80
  1. Bloemkoolwijk
  2. Woonerven, doodlopend - autoluw
  3. Veel openbaar groen
Nieuwbouwwijk/Vinexwijken
  • Aan de rand van de stad, verst van binnenstad
  • Duurdere eengezinswoningen
  • Eentonige bouwstijl, veel ruimte voor groen
Hoog- en laagbouw '60/ '70
  1. Galerijflats
  2. Functioneel: rechthoekig en doosachtig
  3. Herkenbaar aan bruinrode bakstenen
Binnenstad
  1. Smalle, kronkelige straten
  2. Oude (monumentale) panden
  3. Hoge bebouwingsdichtheid
Hoog- en laagbouw '50/ '60
  1. Portiekflats
  2. Kleine eengezinswoningen; vaak huur
  3. Kwantiteit boven kwaliteit
Jaren '30 wijk
  1. Tuindorpen
  2. Duurdere woningen; tegenwicht arbeiderswijken
  3. Groene omgeving, woningen met tuin
Inbreiding
Binnen bestaande gemeentegrenzen bouwen. Hier vindt vaak herstructurering/ transformatie plaats
19e-eeuwse wijken
  1. Slechte kwaliteit
  2. Hoge bebouwingsdichtheid
  3. Bedoeld voor arbeiders van de industrie
Locatie?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zet de vier foto’s in de juiste volgorde vanuit het centrum van de stad naar de buitenrand van de stad. Kies de juiste volgorde bij een stad volgens het model van een (Europese) stad?
A
1-2-3-4
B
2-3-1-4
C
2-3-4-1
D
3-2-4-1

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Situatie in steden na suburbanisatie
De overheid stimuleerde eind jaren ‘70 van de vorige eeuw de trek van mensen naar de groeikernen. Maar:
  • Filevorming;
  • Verloedering van de steden - voorzieningenniveau daalde, kwaliteit van openbaarde ruimte verminderde;
  • Vergrijzing in de steden;
  • Hoogopgeleide mensen trokken weg.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stad moet weer aantrekkelijk worden!
  1. Stadsvernieuwing 
  2. Herstructurering
  3. Transformatie

Doel/effect: re-urbanisatie - men trekt opnieuw naar de stad (vanaf 1980)
Opknappen van woningen en de openbare ruimte. O.a. door:
  1. Renoveren
  2. Saneren
Veranderen van het woningaanbod in de wijk waardoor de bewonerssamenstelling verandert. Je krijgt een betere mix van goedkope(re) en duurdere woningen en zo ook een andere samenstelling van bewoners.
Een gebied krijgt een andere functie. 
Vooral oude industriegebieden, oude havens en oude stationsgebieden worden omgetoverd tot woon- en werkgebied.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Saneren
Oude woningen slopen en nieuwbouw
Renoveren
Bestaande bebouwing opknappen (kunststof kozijnen, beter isoleren etc.)
Stadsvernieuwing

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Herstructurering in Spangen
Bij herstructurering worden (oude) woningen gesloopt en komen er nieuwe, grotere en duurdere woningen voor in de plaats. Hierdoor komen er meer welvarende mensen in de woonwijk in plaats van alleen maar minder welvarende mensen. 
Gentrificatie?
Door de komst van meer welvarende (en hoger opgeleide) mensen, zullen de oorspronkelijke bewoners moeten verhuizen. Huizenprijzen/ huurprijzen stijgen. Die zijn voor de oorspronkelijke bewoners niet meer te betalen.

Gebieden nabij het centrum, aanwezigheid van OV en karakteristieke woningen (jaren 30 vaak) zijn voorwaarden om dit proces plaats te laten vinden
Aard voorzieningen?
Door de komst van meer welvarende mensen zullen er meer luxere voorzieningen in de wijk komen. Denk hierbij aan hippe koffietentjes, luxere restaurants of duurdere kledingwinkels.

Slide 9 - Slide

Staringbuurt is het sluitstuk van de succesvolle fysieke herstructurering van Spangen die halverwege de jaren negentig is ingezet. Het plan verplaatst het Staringplein van een meer perifere locatie naar het hart van dit deel van Spangen
Doel van de grote herstructurering van Spangen was het verbeteren van het woonklimaat en vergroten van de diversiteit van het aanbod. Dat is ook de reden dat Woonstad Rotterdam een deel van de woningen aanbiedt als relatief dure huurwoningen. Waar het gesloopte deel portieketage woningen waren, is het nieuwe plan opgebouwd uit eengezinswoningen met bijzondere types op de hoeken

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Transformatie
Een gebied krijgt een nieuwe functie. In dit geval de 'Kop van Zuid' in Rotterdam (veldwerk activiteitendagen!). Van oude haven naar woon, werken en recreatie. Oude haven verloor zijn functie.

Andere gebieden: stationsgebieden of oude industriegebieden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Vraag 3a klassikaal, atlaskaart 56 en 57 nodig.

3bc zelfstandig, wel klassikaal bespreken.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verduurzaming steden
Ervoor zorgen dat steden in de toekomst leefbaar blijven en bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering
Groen en water
  1. Meer groen en waterpartijen zorgen voor verkoeling;
  2. Meer groen zorgt voor minder wateroverlast - groen neemt namelijk water op;
  3. Groen zuivert de lucht;
  4. Groene daken houden water vast.
Meer maatregelen?
  1. Steden autoluw maken;
  2. Meer ruimte voor fietsers en voetgangers;
  3. Meer mogelijkheden voor het OV;
  4. Zonnepanelen op o.a. een station

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Vraag 4 wordt gemaakt.

Hiervoor krijg je 4 minuten. Daarna wordt de opdracht nabesproken.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk!
Leren par 2.1 t/m 2.3, 2.5 en 2.6 - aandacht voor de presentaties en je aantekeningen (zeker 2.5 en 2.6!)
Opdrachten van 2.6

Slide 15 - Slide

This item has no instructions