This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhalingsles lezen
Slide 1 - Slide
Leesmanieren
Niet elke tekst moet je op dezelfde manier lezen. Dat hangt af van wat jouw doel is met de tekst. Zo lees je een hoofdstuk van Economie heel anders dan de gebruiksaanwijzing van jouw mobiele telefoon.
Er zijn 3 manieren om een tekst te lezen:
Slide 2 - Slide
Zoekend lezen
Je zoekt gericht naar informatie die je nodig hebt. Je leest niet de hele tekst
- Kijk naar de andere gedrukte woorden.
- Let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.
Slide 3 - Slide
Verkennend lezen
Je onderzoekt of je de tekst wilt gaan lezen.
bekijk de titel en de bron
bekijk de afbeeldingen
lees de tussenkopjes
lees eventueel de inleiding
Slide 4 - Slide
Grondig lezen
Je leest de hele tekst, want je wilt de tekst begrijpen.
denk aan wat je al weet
stel vragen aan jezelf
probeer voor je te zien wat je leest
Slide 5 - Slide
Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien
Slide 6 - Quiz
Wat voor soort tekst zou jij verkennend lezen?
A
overzicht Netflix
B
theorie brommer examen
C
kookrecept
D
gebruiksaanwijzing iPhone
Slide 7 - Quiz
Tekstdoelen
Je begrijpt een tekst beter als je beseft met wat voor soort tekst je te maken hebt en wat het doel van de schrijver is.
Er zijn 6 tekstdoelen:
Slide 8 - Slide
Informeren
De schrijver wil informatie geven, je iets nieuws laten weten.
Slide 9 - Slide
Uitleggen
De schrijver wil je iets uitleggen of je een instructie geven.
Slide 10 - Slide
Mening geven
De schrijver wil zijn mening laten zien of de mening van anderen.
Slide 11 - Slide
Overtuigen
De schrijver wil jou overtuigen van zijn mening. Hij kan je ook willen waarschuwen of adviseren.