This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Afsluiting
Slide 1 - Slide
Bladzijde 111/113
OEFENTOETS
Slide 2 - Slide
1
De juiste volgorde is: A, F, E, B, D, C.
Slide 3 - Slide
2
A-5
B-4
C-1
D-3
E-2
Slide 4 - Slide
3A
De Grieken probeerden natuurverschijnselen en gebeurtenissen te verklaren met verhalen over goden of halfgoden (MYTHES)
Slide 5 - Slide
3B
D - Wetenschap
Slide 6 - Slide
4
Wat past bij de godsdienst van de Grieken en wat bij die van de niet-christelijke Romeinen?
Mensen geloven in meerdere goden: beide. Mensen vereren goden in tempels: beide. Goden beslissen over het leven van mensen: beide.
Slide 7 - Slide
5
Hoe veranderde het bestuur van het Romeinse Rijk? Maak de tekst kloppend.
Eerst werd het Romeinse Rijk bestuurd door enkele rijke families . Nadat Julius Caesar de macht had gegrepen en werd vermoord, werd het rijk bestuurd door een keizer .
Slide 8 - Slide
6A
Bovenste laag: legeraanvoerders, bestuurders, mensen met veel grond.
Tweede laag: handelaren en ambachtslieden.
Derde laag: mensen zonder vast werk
Vierde laag: slaven
Slide 9 - Slide
6B
Ja, mensen als slaven hadden niks te vertellen en hadden geen bezit; een kleine groep families was heel rijk en had juist veel invloed en macht
Slide 10 - Slide
7A
Wat past bij het christendom en wat bij het jodendom?
Lezen van heilige boeken: beide.
Het geloof in één god: beide.
Bidden in de kerk: christendom
Het idee dat Jezus de zoon van God is: christendom
Leven volgens bepaalde leefregels: beide.
Slide 11 - Slide
7B
Volgens deze leiders liet Jezus zich ‘koning van de joden’ noemen en zij zagen dat als een bedreiging voor hun macht.
Slide 12 - Slide
8
In de periode van de oudheid zijn er zowel gebeurtenissen voor als na Christus. Het tijdvak dat bij deze periode hoort, is de tijd van Grieken en Romeinen
Slide 13 - Slide
9A
2024: 21e eeuw
1937: 20e eeuw
456: 5e eeuw
27 v.C.: 1e eeuw v. Chr.
456 v.C.: 5e eeuw v. Chr.
Slide 14 - Slide
9B
2e eeuw v.C. : 200-101 v.C.
16e eeuw: 1501-1600
Slide 15 - Slide
10A
Slide 16 - Slide
10B
De christelijke jaartelling begint bij de geboorte van Christus, de stichter van het christendom
Slide 17 - Slide
Wat gaan we doen?
Romeinse munten
Romeins diploma
QUIZ
Vragen stellen PWW
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
quiz
Slide 21 - Slide
LET OP!
Doe serieus mee, dan weet je ongeveer wat belangrijk is voor de proefwerkweek!
Slide 22 - Slide
De Griekse godin van het huwelijk is:
A
HERA
B
ATHENE
C
SPARTA
D
ZEUS
Slide 23 - Quiz
De Griekse godin van het huwelijk is:
A
HERA
B
ATHENE
C
SPARTA
D
ZEUS
Slide 24 - Quiz
De Griekse oppergod heet:
A
JUPITER
B
ATHENE
C
SPARTA
D
ZEUS
Slide 25 - Quiz
Later gaan Grieken de wereld om hun heen verklaren door:
A
Nog meer mythes te lezen
B
De natuur te onderzoeken
C
Mythes te onderzoeken
D
Veel wijn te drinken
Slide 26 - Quiz
Griekenland was democratisch:
A
waar: vrije mannen mochten stemmen
B
waar: alle mannen mochten stemmen
C
niet waar: niet iedereen mocht stemmen
D
niet waar: niemand mocht stemmen
Slide 27 - Quiz
Rome had ruzie met Carthago voor:
A
Macht rond de Middellandse zee
B
Macht rond de Griekse zee
C
Controle over handelswegen
D
Controle over schepen
Slide 28 - Quiz
Rome had een:
A
soms een leger
B
leger van vrijwilligers
C
geen leger
D
beroepsleger
Slide 29 - Quiz
Door de Romeinen gingen Bataven:
A
Romeins Geld gebruiken
B
Bidden tot Romeinse goden
C
Schrijven in het Latijn
D
Handelen met Romeinen
Slide 30 - Quiz
Dit beeld is Grieks:
A
Waar, want het is van een godin
B
Waar, ze is naakt
C
Niet waar , het is Romeins
D
Niet waar, ze heeft een appel in haar hand
Slide 31 - Quiz
Joden en christenen
A
Geloven in twee goden
B
Geloven in heel veel goden
C
Geloven in één god
D
Geloven in geen god
Slide 32 - Quiz
Joden lezen de bijbel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
753 v. Christus is de
A
1e eeuw
B
8e eeuw voor Christus
C
8e eeuw na Christus
D
geen eeuw
Slide 34 - Quiz
69 is de
A
1e eeuw
B
1e eeuw voor Christus
C
2e eeuw
D
10e eeuw
Slide 35 - Quiz
De Romeinen kwamen voor de Grieken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 36 - Quiz
Geschiedenis H2
zelfstandig leren voor de proefwerkweek
Kan ook digitaal met de digitale methode: flitskaarten