Hoofdstuk 3.2 deel 2

Hoofdstuk 3.2 deel 2
1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3.2 deel 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- inzoomen op molecuul formule met de systematische naamgeving 
- 3 soorten stoffen + stroomgeleiding en practicum 

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les kun je
Moleculen opstellen a.d.h.v een systematische naamgeving
De systematische naamgeven van een molecuul
de 3 soorten stoffen identificeren a.d.h.v molecuulformule en stroomgeleiding. 

Slide 3 - Slide

NaBr is een
A
atoom
B
element
C
molecuul

Slide 4 - Quiz

NaBr is
A
ontleedbaar
B
niet ontleedbaar

Slide 5 - Quiz

Fe is een
A
atoom
B
element
C
molecuul

Slide 6 - Quiz

O is een
A
atoom
B
element
C
molecuul

Slide 7 - Quiz

O2 is een
(cijfer hoort eronder)
A
atoom
B
element
C
molecuul

Slide 8 - Quiz

Fluor is een....
A
edelgas
B
halogeen
C
alkalimetaal
D
aardalkalimetaal

Slide 9 - Quiz

Magnesium is een....
A
edelgas
B
halogeen
C
alkalimetaal
D
aardalkalimetaal

Slide 10 - Quiz

Magnesium is een....
A
metaal
B
niet-metaal

Slide 11 - Quiz

Magnesium is een....
A
edelgas
B
halogeen
C
alkalimetaal
D
aardalkalimetaal

Slide 12 - Quiz

Rubidium en Lithium hebben soortgelijke eigenschappen
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Welke stof reageert niet tot nauwelijks ergens mee:
A
Lithium
B
Strontium
C
Chloor
D
Argon

Slide 14 - Quiz

Teken op je wisbordje de structuurformule van:
NH3

Slide 15 - Slide

Teken op je wisbordje de structuurformule van:
HF

Slide 16 - Slide

Teken op je wisbordje de structuurformule van:
CO2

Slide 17 - Slide

Teken op je wisbordje de structuurformule van:
HCN

Slide 18 - Slide

Moleculen 
Worden opgebouwd uit atomen 

Zie de atomen als legoblokjes en elk molecuul is een bouwwerk van de legoblokjes aan elkaar 
bijvoorbeeld water = H2
= twee waterstof atomen en 1 zuurstof atoom
Getal links onder geeft aan hoeveel atomen je er van hebt

Slide 19 - Slide

Getallen
3 CO2
3 = coëfficiënt = hoeveel van die moleculen
2 = index (hoeveel van die atomen) 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Systematische naamgeving
moleculen herkennen aan hun naam
Bv SCl
Stap 1: Kijk welke atomen er zijn

Slide 22 - Slide

Systematische naamgeving
Bijvoorbeeld SCl
Stap 1: Kijk welke atomen er zijn
Zwavel en chloor 
Stap 2: Hoevaak komen deze atomen voor? --> griekstelwoord ervóór

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Willen zo kort mogelijk dus mono wordt bijna nooit gebruikt (paar uitzonderingen)

Slide 25 - Slide

Systematische naamgeving
Bijvoorbeeld SCl
Stap 1: Kijk welke atomen er voor komen
Zwavel en chloor 
Stap 2: Hoevaak komen atomen voor? --> griekstelwoord ervóór
Chloor 2 keer = dichloor

Slide 26 - Slide

Systematische naamgeving
Bijvoorbeeld SCl
Stap 2: Hoevaak komen atomen voor? --> griekstelwoord ervóór
Chloor 2 keer = dichloor
Stap 3: plak aan elkaar (van links naar rechts) en eindigen op -ide

Slide 27 - Slide

Systematische naamgeving
Bijvoorbeeld SCl
Stap 2: Hoevaak komen atomen voor? --> griekstelwoord ervóór
Chloor 2 keer = dichloor
Stap 3: plak aan elkaar (van links naar rechts) en eindigen op -ide
Zwaveldichloride 

Slide 28 - Slide

2 uitzondering
O helemaal rechts in molecuulformule = zuurstof is niet zuurstofide maar oxide
(denk aan koolstofdioxide)

S helemaal rechts in molecuulformule= zwavel is niet zwavelide maar sulfide 

Slide 29 - Slide

2 uitzondering
O = zuurstof is niet zuurstofide maar oxide
(denk aan koolstofdioxide)

S = zwavel is niet zwavelide maar sulfide 

Slide 30 - Slide

Geef de systematische naam
1. HS
2. H2O (water = triviale naam) 
3. HCl
4. NF3
5. PCl3
6. CO
7. N2O4

Slide 31 - Slide

3 soorten stoffen
Er zijn miljarden moleculen op de wereld

Te verdeling als 3 soorten stoffen
Moleculaire stoffen 
Metalen
Zouten

Slide 32 - Slide

3 soorten stoffen
moleculaire stoffen = alleen niet-metalen (H2O)
metalen = alleen metalen (Fe)
zouten = combinatie metaal en niet-metaal (NaCl)

Te onderscheiden met stroomgeleiding: ga je onderzoeken in het practicum straks

Slide 33 - Slide

Even oefenen 
identificeer welke van de drie stoffen is deze stof?
1. CH4
2. MgO
3. CuSO4
4. HBr
5. Ca(CH3COO)2

Slide 34 - Slide

Zelf aan de slag
21, 22, 23 uit hoofdstuk 3 tot we aan het practicum gaan beginnen

Slide 35 - Slide