KERN 57_signaalwoorden.

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

  • Spullen: schrift, pennen, leesboek, KERN boek.
  • Telefoon in ZAKKIE in tas.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Binnen = stil beginnen
Lezen in je jeugdboek.
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Afspraken in de klas

Rust & respect:
- Spullen mee.
- Zitten volgens plattegrond.
- Naar elkaar luisteren.


UIT? Werk in aula aan NUMO. 
- Meld je 5 minuten voor einde les bij docent.
- Nablijven: vrijdagmiddag 14.00 - 16.00 uur.

Slide 4 - Slide

Spullen voor les Nederlands
Je komt binnen in de les en legt op tafel:
a. Opgeladen Chromebook ( + oplader)
b. Schrift/map + etui met pennen.
c. Boeken: KERN, jeugdboek.
d. Telefoon in je ZAKKIE

• Eerste overtreding: UIT + melden bij balie. 
 De smartphone wordt ingenomen voor de rest van de dag. Ophalen kan na de laatste les van de leerling. 




Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

1. Uitleg KERN 57.
2. Zelfstandig werken. 

Slide 6 - Slide

Huiswerk vrijdag 1 maart
Huiswerk 1 maart - OP PAPIER MEENEMEN! Zonder huiswerk kun je niet meedoen aan de les = UIT.
a. Vertel 4 dingen die je te weten bent gekomen over de hoofdpersoon. Gebruik in je alinea signaalwoorden.
b. Geef daarna je mening over de hoofdpersoon. Beantwoord hiervoor de vraag: Zou jij bevriend kunnen zijn met hem/haar? Waarom wel of niet?

Slide 7 - Slide

1. Huiswerk KERN 54
Inleveren op papier: korte samenvatting boek voor boekopdracht.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat valt je op aan deze tekst?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Quiz: test je kennis!
KERN 57
4 vragen.

Slide 17 - Slide

1. Noteer het signaalwoord:
Vandaag moest ik een presentatie geven en daarna was ik vrij. (T1)

Slide 18 - Open question

Uitleg
Vandaag moest ik een presentatie geven en daarna was ik vrij.

Signaalwoord - Tijd.
Je leest namelijk de volgorde waarin dingen gebeuren: presentatie geven, vrije tijd. 

Slide 19 - Slide

2.Vul het juiste signaalwoord in:
Voor atletiek moet je ten eerste hard kunnen lopen en ..... moet je sterk zijn.
A
Maar
B
Daarnaast
C
Ten tweede
D
Anderzijds

Slide 20 - Quiz

Uitleg
Voor atletiek moet je ten eerste hard kunnen lopen en ten tweede moet je sterk zijn.



Signaalwoord opsomming.

Slide 21 - Slide

3. Nee, ik ben niet boos. ......: ik ben blij dat je het hebt gezegd.
A
Voordat
B
Integendeel
C
Bovendien
D
Daarnaast

Slide 22 - Quiz

Uitleg
Nee, ik ben niet boos. Integendeel: ik ben blij dat je het hebt gezegd.

Signaalwoord- tegenstelling.


Slide 23 - Slide

4. Welk signaalwoord past op de puntjes?
.... ik aan mijn huiswerk begin, lees ik.
A
Hoewel
B
Aangezien
C
Voordat
D
Toen

Slide 24 - Quiz

5. Wat is het signaalwoord in de zin?

Als ik lees, voel ik me ontspannen.
A
Als
B
lees
C
me
D
ontspannen

Slide 25 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat?
Maak vraag 5 op blz. 118. Na 5 minuten bespreken we de antwoorden klassikaal.
Hoe?
Lees uitleg op bladzij 118. 
Klaar?
Begin met het huiswerk: 
- KERN 57 vraag 1, 2, 3.
- Werk aan alinea hoofdpersoon boekopdracht. 
timer
5:00

Slide 26 - Slide