What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
A3c - SO spelling
A3c
8 juni
SO Spelling
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
A3c
8 juni
SO Spelling
Slide 1 - Slide
Eerst even dit...
In de SO wordt gesproken over de 'directe rede'. Dit betekent dat je iemand citeert.
Hij zei dat we morgen naar huis gaan.
Hij zei: 'We gaan morgen naar huis.'
'We gaan morgen naar huis,' zei hij.
§1.5
Slide 2 - Slide
Waarom staat er een komma in de volgende zin?
Omdat je gister te laat was, sta je morgen extra vroeg op!
Slide 3 - Open question
Zet leestekens.
Wat zal een gans die uit de formatie raakt doen vraagt Pip
Slide 4 - Open question
(schrijven) je dit woord met een -d of -t?
t.t.
A
schrijf
B
schrijft
C
schrijfd
D
schreef
Slide 5 - Quiz
(vinden) je zus werkwoordspelling ook zo moeilijk?
t.t.
A
vond
B
vindt
C
vind
D
vint
Slide 6 - Quiz
Het (worden) tijd dat je (onthouden) dat er in de tegenwoordige tijd nooit een -d (bijkomen)
t.t.
A
word, onthoud, bijkomt
B
wordt, onthoud, bijkomt
C
wordt, onthoudt, bijkomdt
D
wordt, onthoudt, bijkomt
Slide 7 - Quiz
'Wat is de stam van 'beloven'?' (zuchten) hij verward.
v.t.
A
zuchtte
B
zuchte
C
zuchtten
D
zuchten
Slide 8 - Quiz
Hij (durven) de spellingstoets wel aan.
v.t.
A
durfte
B
durften
C
durfde
D
durfden
Slide 9 - Quiz
'Zoek altijd eerst de persoonsvorm,' (uitleggen) zijn zussen hem...
v.t.
A
legde uit
B
legden uit
C
legte uit
D
legten uit
Slide 10 - Quiz
Paul (saven) het document en (deleten) alle voorgaande versies.
t.t.
A
saved, deleted
B
savet, delete
C
savet, deletet
D
saved, deletet
Slide 11 - Quiz
Als jij (upgraden) naar 3.0, dan (downloaden) ik de nieuwe versie wel voor je.
t.t.
A
upgrade, download
B
upgradet, downloadt
C
upgrade, downloadt
D
upgradet, download
Slide 12 - Quiz
Jack (rugbyen) elke zondag en (barbecueën) na afloop.
v.t.
A
rugbyede, barbecude
B
rugbyde, barbecuede
C
rugbyde, barbecude
D
rugbyede, barbecuede
Slide 13 - Quiz
Iedereen (boycotten) de salade, niemand (stressen) over de vuile vaat.
v.t.
A
boycotte, stresste
B
boycotten, streste
C
boycotte, stresten
D
boycotte, stressten
Slide 14 - Quiz
Gisteravond waren er ... relletjes in de stad.
A
verscheidene
B
verscheidenen
Slide 15 - Quiz
Tot grote consternatie van ... werd een mannequin verdacht van spionage.
A
sommige
B
sommigen
Slide 16 - Quiz
De ... zijn blij dat de scholen weer open zijn!
A
meeste
B
meesten
Slide 17 - Quiz
Zijn familie emigreerde ... jaren geleden naar Italië.
A
enkele
B
enkelen
Slide 18 - Quiz
Het is ... (gebeuren) v.d.
Slide 19 - Open question
Hij is ... (veranderen) v.d.
Slide 20 - Open question
Hij heeft mij ... (ontvrienden) v.d.
Slide 21 - Open question
Wij zijn vorig jaar ... (verhuizen) v.d.
Slide 22 - Open question
Al ... (praten) liepen de leerlingen binnen.
Slide 23 - Open question
Toen de wereld luid ... (protesteren) zijn vrijlating eiste, kwam hij vrij.
Slide 24 - Open question
Schrijf de zin over met hoofdletters:
wat mag ik noteren: davida de groot-zazi of mw. de groot?
Slide 25 - Open question
Wat is juist gespeld?
A
bruto-inkomen
B
brutoïnkomen
C
bruto inkomen
D
bruto-in-komen
Slide 26 - Quiz
Wat is juist gespeld?
A
in-geënt
B
ingeënt
C
in geent
D
inge-ent
Slide 27 - Quiz
Wat is juist gespeld? Als het aan het begin van de zin staat!
A
's Middags
B
'S middags
C
'Smiddags
D
's middags
Slide 28 - Quiz
Schrijf over met juiste koppel- of weglatingsteken:
huis tuin en keuken middel
Slide 29 - Open question
Schrijf over met juiste koppel- of weglatingsteken:
dames, heren en kinderfietsen
Slide 30 - Open question
De ... geschiedenis. (beschrijven)
Slide 31 - Open question
Het ... kind. (opvoeden)
Slide 32 - Open question
Jouw ... horizon. (verbreden)
Slide 33 - Open question
Tegenwoordig deelwoord als b.n.
De ... (vluchten) moeder.
Slide 34 - Open question
Tegenwoordig deelwoord als b.n.
De ... (stralen) sterren.
Slide 35 - Open question
Maak één woord van:
vrede+naam
Slide 36 - Open question
Maak één woord van:
geluid+overlast
Slide 37 - Open question
Maak één woord van:
station+straat
Slide 38 - Open question
Maak één woord van:
druif+sap
Slide 39 - Open question
Maak één woord van:
reus+handig
Slide 40 - Open question
Maak één woord van:
paard+stal
Slide 41 - Open question
Maak één woord van:
plat+land
Slide 42 - Open question
Maak één woord van:
schat+bout
Slide 43 - Open question
More lessons like this
blok 4 week 3 les 1
January 2023
- Lesson with
14 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
week 1 les 1
April 2023
- Lesson with
31 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 6 week 3 les 1
March 2023
- Lesson with
17 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 4 week 2 les 5
January 2023
- Lesson with
25 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 4 week 2 les 2
December 2022
- Lesson with
20 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 4 week 3 les 2
January 2023
- Lesson with
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 5 week 4 les 2
February 2023
- Lesson with
16 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
blok 6 week 1 les 1
March 2023
- Lesson with
20 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8