Humor

Humor
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Humor

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

Overloop met je buur
Probeer te ontdekken wat je buur grappig/niet grappig vindt
Waar ligt de grens? 

Slide 4 - Slide

Opdracht 2 + 3, p. 30

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Opdracht 4, p. 31

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Vormen van humor
Parodie
Taalhumor 
(bv. dubbelzinnigheden, woordvervormingen)
Zwarte humor

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Tegen de kwajongen van de klas: "Jij bent de onschuld zelve."
Tegen je kind dat net thuiskomt met een slecht rapport: "Als je zo verder doet, ga je het zeker nog ver schoppen."
"Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal zakkenvullers, die politici."
Ironie
Sarcasme
Cynisme

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Link

Dit is een voorbeeld van...
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 14 - Quiz

Opdracht 6, p. 31

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Opdracht 8, p. 33

Slide 19 - Slide