Les 3, D grammaire (15-01) 2vwo


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker van de vorige les. Zometeen startactiviteit/overhoring voca A/B, je mag nu ook even snel de woorden leren


Aujourd'hui, c'est mercredi
H2B, A2A & G2A
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker van de vorige les. Zometeen startactiviteit/overhoring voca A/B, je mag nu ook even snel de woorden leren


Aujourd'hui, c'est mercredi
H2B, A2A & G2A

Slide 1 - Slide

Startactiviteit voca A/B:
Qu'est-ce qu'on va faire (wat gaan we doen)? Het leerwerk wordt overhoord door middel van het spel met het balletje. Krijg je de bal naar je toegegooid, dan geef je de vertaling van het woord.
Goed? Gooi het balletje terug
Fout? Je komt nog een keer aan de beurt

Slide 2 - Slide

Le programme:
- Huiswerk vorige les
- D, grammaire het aanwijzend voornaamwoord


Slide 3 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les:
1) weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is
2) kun je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt

Slide 4 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 5 - Slide

Huiswerk bespreken:
Het huiswerk van B, lire kijk je tijdens het zelfstandig werken zelf na. De antwoorden vind je in de studiewijzer.

Vragen? Stel ze in de les.

Slide 6 - Slide

D, grammaire
Ouvre le livre à la page 110

Grammaire D, het aanwijzend voornaamwoord

Slide 7 - Slide

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
- Voorbeeld in het Nederlands?

Slide 8 - Slide

Startoefening grammatica D
Tip: vertaal de zin
1) Comment tu trouves ce jean?
2) Je préfère cette maison.
3) J'adore ces baskets.
Je krijgt 30 seconden de tijd om in de drie zinnen het aanwijzend voornaamwoord te vinden.
timer
0:30

Slide 9 - Slide

Video:
Kijk mee naar de uitlegvideo over het aanwijzend voornaamwoord.

Slide 10 - Slide

Open je aantekeningenschrift en schijf mee:

Slide 11 - Slide

Even oefenen....
Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord, noteer de antwoorden in je schrift:

Kies uit:
1) ce / cet / cette / ces fille
2) ce / cet / cette / ces garçon
3) ce / cet / cette / ces toilettes
4) ce / cet / cette / ces ami
5) ce / cet / cette / ces hôtel

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
6) Je n'aime pas ....... piscine (v.ev.)
7) Tu préfères ........ vêtements (m.mv)
8) ........ voisine s'appelle Laura (v.ev)
9) Vous aimez ..... restaurants?
10) ..... hôtel est ouvert (m.ev)

Op de toets worden woorden uit de woordenlijst gebruikt.
Klaar? Fais exercice .17ABC + 18AB
= les devoirs pour jeudi

Slide 12 - Slide

Even oefenen....
Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord, noteer de antwoorden in je schrift:

Kies uit:
1) ce / cet / cette / ces fille
2) ce / cet / cette / ces garçon
3) ce / cet / cette / ces toilettes
4) ce / cet / cette / ces ami
5) ce / cet / cette / ces hôtel

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
6) Je n'aime pas ....... piscine (v.ev.)
7) Tu préfères ........ vêtements (m.mv)
8) ........ voisine s'appelle Laura (v.ev)
9) Vous aimez ..... restaurants?
10) ..... hôtel est ouvert (m.ev)

Op de toets worden woorden uit de woordenlijst gebruikt.
Klaar? Fais exercice ....... 
= les devoirs pour jeudi

Slide 13 - Slide

Au travail:
Fais exercice:
- 17A (traduis = vertaal)BC (op de volgende dia vind je of het mnl/vrl is) +
- 18AB(op de volgende dia vind je of het mnl/vrl is)C(maak 5 zinnen, kies één woord per rij)
Comment? De eerste 10 minuten ben je stil aan het werk. Vragen? Steek je vinger op. Na 10 minuten kun je bij vragen fluisterend overleggen.

Klaar? Kijk B, lire na. De antwoorden vind je in de studiewijzer.
Ga vocabulaire A+B herhalen of werken aan een ander vak.

Slide 14 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
B lire huiswerk van gister nakijken in andere kleur (antwoorden staan in de studiewijzer)
- Faire: ex. 17ABC + 18ABC 
- Apprendre: grammaire D (gebruik je aantekening en de online uitlegvideo)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Parler en français:
  • Comment tu t'appelles?
  • Tu as quel âge?
  • ...... 
Tijdens het Frans spreken luisteren we naar elkaar en lachen we elkaar nooit uit!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide