Lesson 2. Grammar E + ex

What are we going to do today?
- Homework check 
- Grammar E + exercises 
- Time left? ReadTheory 


Lesson goal: at the end of the class you can use the PC and PS in the same sentence correctly. 


1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

What are we going to do today?
- Homework check 
- Grammar E + exercises 
- Time left? ReadTheory 


Lesson goal: at the end of the class you can use the PC and PS in the same sentence correctly. 


Slide 1 - Slide

Let's check!
Maken theoretisch: opdracht 10 tm 14 (blok Theme Words)




Maken havo: opdracht 11, 12 + 14 tm 16. 


Slide 2 - Slide

Now:
Havo: can study words in your book. 


Theoretisch: Grammar E. 

Slide 3 - Slide

Past Continuous + Past Simple
De Past Simple gebruik je in de verleden om te vertellen dat iets gebeurd is. --> I walked home. 

De Past Continuous gebruik je in de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was. 
--> I was walking  home. 

Je maakt de Past Continuous door: was/were + hele ww + ing
was voor: I, he/she/it. & were voor: de rest. 

Slide 4 - Slide

Past Simple & Past Continuous
Je gebruikt de Past Simple & de Past Continuous samen als we spreken over een langere actie (past continuous) die onderbroken wordt door een kortere actie (past simple) 

--> I was studying when my mom walked in. 
Het studeren (was studying) was langer aan de gang en werd onderbroken  door de moeder die binnen kwam (walked in). 

Slide 5 - Slide

Past Simple & Past Continuous
In de zin: I was studying when my mom walked in. 
Is when een key woord --> na when komt de KORTE actie. (Past Simple) 

In de zin: My mom walked in while I was studying. 
Is while een key woord --> na while komt de LANGE actie (Past Continuous) 

Slide 6 - Slide

She ............ (to brush) her hair when the phone ...... (to ring)
A
was brushing, rang
B
brushed, was ringing

Slide 7 - Quiz

My mother ...... (to jump) in the air while I ....... (to sing) a song.
A
jumped, was singing
B
was jumping ,sang

Slide 8 - Quiz

Do: 

Theoretisch: 30a/b, 31b/c, 32

Work in 15 minutes in silence. 

Done? Go to ReadTheory 
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Present Perfect
Je gebruikt de Present Perfect om: 
- te zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en nog steeds belangrijk is. 
- te zeggen dat iets in het verleden begonnen is en nog steeds aan de hand is. 
- te praten over ervaringen tot nu toe. 

TIP! Woorden zoals just, recently, already, yet, ever gebruik je vaak in de Present Perfect. 



Slide 10 - Slide

Present Perfect
Je maakt de Present Perfect door: 
have/has + voltooid deelwoord. 
have bij: I, you, we, you, they. 
has bij: he/she/it. 

Voltooid deelwoord is of ww + ed of 3de rijtje van irregular verbs. 

Slide 11 - Slide

Do: 

Theoretisch: 30a/b, 31b/c, 32

Havo: 28e, 29, 30. 

Work in 15 minutes in silence.

Done? Go to ReadTheory 


Slide 12 - Slide

What did you learn
today?

Slide 13 - Mind map