les 20 - 2M - lunes 10 de febrero 2025

• Spaans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Les 20 - M2 - lunes 10 de febrero 2025

¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)

• We maken een start met H6: 'En verano en Cádiz'
• We gaan nieuwe woordjes leren 
• Korte break
• We luisteren naar bron A + doen leesopdrachten 

Inleidende tekst - TB blz. 50

• Je leest zelfstandig de tekst van blz. 50
• Deze tekst gaat over de stad Cádiz

• Maak oefening 1a, 1b & 2 uit je werkboek - blz. 76
• Bij oefening 1 geef je antwoord in het Nederlands

Ejercicio 1 - WB blz. 76

a1. Cádiz ligt in het uiterste zuiden van Spanje

a2. Middellandse Zee - Atlantische Oceaan

a3. Andalusie ('Andalucía' in het Spaans) 

b1. grens

b2. kust van het licht

b3. februari

Ejercicio 2 

Hoeveel van deze Spaanse woorden kende je nog??

Woorden flitsen

• Zo meteen mogen jullie 1 minuut naar 16 Spaanse woorden kijken
• Daarna verdwijnen de woorden uit beeld
• Je schrijft zoveel mogelijk van de woorden op, die je hebt onthouden

Woorden flitsen 

la maleta	el invierno	la mañana	llevar
frio	estupendo	volver	el camino
la primavera	la tarde	la noche	el formulario
la linterna	tener miedo	la instrucción	participar

Hoeveel woorden heb je onthouden??

• Schrijf zoveel mogelijk woorden op
• Werk in tweetallen en help elkaar
• Let ook op de lidwoorden en de manier van schrijven 
• Hoeveel weten jullie er samen?

Zelfst. nmw - werkwoord - ?

la maleta	el invierno	la mañana	llevar
frio	estupendo	volver	el camino
la primavera	la tarde	la noche	la mochila
la linterna	tener miedo	la instrucción	participar

Oefening 4a + 4b (wb blz. 78)

• Maak oefening 4a + 4b uit je werkboek
• We oefenen hiermee met de nieuwe woordenschat 

Respuestas 4a + 4b

                     4a                                                                   4b

1.h	5.g
2.e	6.a
3.b	7.d
4.f	8.c

1. la noche	5. una linterna
2. participar	6. el despacho
3. frío	7. el verano
4. una mochila

We vertalen de zinnen van 4b naar het Nederlands

Stukje leestekst (A)

• We zoeken bladzijde 51 op van ons tekstboek
• We lezen de inleiding + de eerste alinea van tekst A (hardop)
• We luisteren naar de tekst 
• Vertaal de inleiding + de eerste alinea naar het Nederlands (gebruik hierbij de woordenlijst van je WB blz. 103 + de dikgedrukte woorden onderaan de tekst!)

Vertaling bron A

Het is zaterdag. Antonio en Cristina zien de activiteitenkalender van (op) de camping. Ze willen meedoen aan de speurtocht.

A: Luister (eens) Cristina, heb je het activiteitenprogramma gezien?

C: Ja, ik heb veel zin om (aan) de speurtocht (mee) te doen. En jij?

A: Ja, tof/leuk! Kom, we gaan naar het kantoor van mevrouw M.

Los deberes (di 11 februari)

• LZ: woordjes bron A en B (WB blz. 103) --> t/m 'traer' (=de 1e helft van de woordjes)