2.1 overzicht interbellum

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesinhoud 2.1 Interbellum
- introductie
-filmvragen m.b.t. crisis
-aantekeningen
-ruimte voor maken 2.1 en / of portfolio-opdracht

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 2.1
 -Je weet de begrippen roaring twenties, Interbellum en
Beurskrach op Wallstreet
-Je weet  wie president F.D. Roosevelt is en zijn rol in de crisis.

-Je leert het kenmerkend aspect: de economische wereldcrisis
-Je kan oorzaken en gevolgen onderscheiden van deze wereldcrisis.

Slide 3 - Slide

interbellum 1919-1939?

Slide 4 - Mind map

De VS na de Eerste Wereldoorlog (1919-1929)
  • Het rijkste/welvarendste land ter wereld, terwijl Europa verzwakt was door de oorlog.

  • Jaren 1920: tijd van grote veranderingen
  1. Uitvindingen (auto- en industrie) (E/S)
  2. Opkomst elektriciteit (E/S)
  3. Minder afhankelijk van steenkool (E)
  4. Toename productie industrie (E)
De VS werden een consumptiemaatschappij:
Alles staat in het teken van luxegoederen, ook voor de 'gewone man' (C/S).

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoe worden de jaren 20 in Amerika ook wel genoemd?
A
Gay Twenties
B
Yay Twenties
C
Roaring Twenties
D
Not so Yay Twenties

Slide 7 - Quiz

Wat heeft niet met de afzetcrisis te maken?
A
Amerikaanse boeren investeren in Europa
B
Europese boeren stoppen export
C
Europese boeren investeren in USA
D
Banken uit USA gaan failliet.

Slide 8 - Quiz

Wat is een effect van de crisis op Nederland?
A
geen werkverschaffingsprojecten
B
mensen consumeren meer
C
werkeloosheid
D
staatsschuld is klein

Slide 9 - Quiz

Oorzaken economische crisis
1. Overproductie in de landbouwsector
- mechanisatie (machines kopen met geleend geld) 
- ontstaan van overschotten (hervatting landbouw in EU)

2. Financiële risico's banken
Banken gaan akkoord met speculeren met aandelen / geleend geld. Geloven dat de economie alleen maar kan groeien.

Slide 10 - Slide

Oorzaken economische crisis
3. Boeren, bedrijven en burgers geven veel meer geld uit dan ze hebben en gaan geld lenen:
  1. Boeren lenen om hun productie te verhogen (mechanisatie)
  2. Bedrijven lenen om te kunnen uitbreiden (schaalvergroting) 
  3. Consumenten lenen om (luxe)producten te kopen
  4. Aandeelhouders lenen om (meer) aandelen te kopen
    bv: 'Voor elke $ die is verdiend, geven Amerikanen 5$ uit'
 


Slide 11 - Slide

De economische crisis (VS)
24 oktober 1929: Beurskrach op Wall Street (New York)
'Zwarte donderdag': de aandelenbeurzen kelderen
Gevolg: mensen verkopen massaal hun aandelen, aandeelkoersen kelderen
Gevolg: banken komen in de problemen,  gaan failliet. 
Gevolg: bedrijven kunnen geen geld meer lenen, maken grote verliezen
Gevolg: veel mensen worden ontslagen, failisementen in hele economie
Gevolg: mensen hebben geen spaargeld of werk meer.

De grote economische depressie is begonnen....


Slide 12 - Slide

De economische crisis (wereld)
Gevolg: De VS importeert veel minder producten uit Europa en heeft na WOI veel geld uitgeleend aan Europese landen, waaronder Duitsland (Dawesplan), wil dat geld nu versneld terughebben.

Gevolg: Daardoor raken raken ook Europese landen in een economische crisis, met massawerkloosheid en failisementen tot gevolg.

Gevolg: Steeds meer mensen in de Verenigde Staten en Europa verliezen het vertrouwen in het kapitalistisch en democratisch systeem. 


Slide 13 - Slide

Armoede door crisis
  • Veel mensen zijn dakloos, geen 
     werkloosheidsuitkering
  • Ontstaan sloppenwijken, deze worden 
      spottend 'hoovervilles' genoemd

  • Opvatting Republikeinse president Hoover:   wachten tot de economie zich hersteld,
     geen overheidsingrijpen.
  • Ondanks de crisis: optimistisch!
  • 1932: niet herkozen, de Democraat
      Franklin D. Roosevelt wordt gekozen

Slide 14 - Slide

New Deal
  • Roosevelt liet de overhied ingrijpen in de economie met subsidies, sociale wetten en werkverschaffingsprojecten.
  • Eerste 100 dagen presidentsschap: 
     werkloosheidsuitkeringen, 
     hypotheekgaranties, banken gered

  • Langzaam ging het beter, maar er komt nog
     geen definitief einde aan de crisis door de 
     New Deal (1938: nog 9.000.000 werklozen)

Slide 15 - Slide

Op welke dag stort de Amerikaanse beurs in elkaar?
A
24 oktober 1929
B
25 oktober 1929
C
26 oktober 1929
D
27 oktober 1929

Slide 16 - Quiz

Franklin Delano Roosevelt (FDR) komt met de New Deal, wat is hier het doel van?

Slide 17 - Open question