Oefenen met naamvallen deel 2

Oefenen met naamvallen deel 2
Nominativus en accusativus 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Oefenen met naamvallen deel 2
Nominativus en accusativus 

Slide 1 - Slide

τον ἱππον is ...
A
nom ev
B
acc ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 2 - Quiz

τα πεδια is ....
A
nom ev onzijdig
B
acc ev vrouwelijk
C
nom mv onzijdig
D
nom mv vrouwelijk

Slide 3 - Quiz

την θεαν is ...
A
Nom ev
B
Nom mv
C
Acc ev
D
Acc mv

Slide 4 - Quiz

τους ίππους is...
A
Nom ev
B
Acc ev
C
Nom mv
D
Acc mv

Slide 5 - Quiz

φερει is ...
A
een zelfstandig naamwoord, acc ev
B
een persoonsvorm ev
C
een persoonsvorm mv
D
een zelfstandig naamwoord, nom mv

Slide 6 - Quiz

ὀνομαζουσιν is een...
A
Persoonsvorm ev
B
Persoonsvorm mv
C
ZNW nom ev
D
ZNW acc ev

Slide 7 - Quiz

Vertaal de zin:
την Γφιννην ὁ Αλέξανδρος φερει
A
Alexander draagt Gwynne
B
Gwynne draagt Alexander

Slide 8 - Quiz

ὁ Κφιντινος και ἡ Ἰυλια τον Φιετζον φερουσιν
A
Quintijn en Julia dragen Wietze
B
Julia en Wietze dragen Quintijn
C
Wietze en Quintijn dragen Julia

Slide 9 - Quiz

ὁ ήλιος το θηριον βλέπει
A
De zon ziet het wilde dier
B
Het wilde dier ziet de zon

Slide 10 - Quiz

τον ήλιον το θηριον βλέπει
A
De zon ziet het wilde dier
B
Het wilde dier ziet de zon

Slide 11 - Quiz

το θηριον την Λισελορην νοει
A
Het wilde dier merkt Liselore op
B
Liselore merkt het wilde dier op

Slide 12 - Quiz

αὐτικα τον ἱππον ὁ Δανιελος βλέπει
A
Meteen ziet het paard Daniël
B
Daniël ziet meteen het paard
C
Meteen ziet Daniël het paard
D
Het paard ziet Daniël meteen

Slide 13 - Quiz

νυν ἡ Φαρδαυ τον ἱππον νοεί
A
Nu merkt Fardau het paard op
B
Nu merkt het paard Fardau op

Slide 14 - Quiz

νυν οἱ ίπποι τον Στεννον νοεουσιν
A
Nu merkt het paard Sten op
B
Nu merkt Sten het paard op
C
Nu merken de paarden Sten op
D
Nu merkt Sten de paarden op

Slide 15 - Quiz

Hoe goed beheers je de nom en acc nu?
A
Niet goed
B
Een beetje
C
Best wel goed
D
Ik snap het helemaal

Slide 16 - Quiz