Ontdek de belangrijke onderdelen van planten

Ontdek de belangrijke onderdelen van planten

Leerdoelen

Aan het einde van deze les zul je de belangrijkste onderdelen van een plant kennen en de functies van deze onderdelen begrijpen.

Start de les door de leerdoelen met de studenten te delen.

Wortels

Wortels zijn een belangrijk onderdeel van de plant die voeding en water uit de grond halen.

Laat de studenten een afbeelding van wortels zien en vraag hen om hun functie te beschrijven.

Stengels

Stengels ondersteunen de plant en transporteren water en voedingsstoffen naar de rest van de plant.

Vraag de studenten om een afbeelding van een stengel te bekijken en te beschrijven waarvoor deze dient.

Bladeren

Bladeren maken voedsel voor de plant door middel van fotosynthese.

Laat de studenten een afbeelding van bladeren zien en vraag hen om hun functie te beschrijven.

Bloemen

Bloemen helpen bij de voortplanting van de plant door middel van bestuiving.

Geef de studenten een afbeelding van een bloem en vraag hen om de verschillende onderdelen te benoemen.

Vruchten

Vruchten beschermen de zaden van de plant en helpen bij de verspreiding van de zaden.

Toon de studenten een afbeelding van een vrucht en vraag hen wat de functie ervan is.

Functies van wortels

Wortels nemen water en voedingsstoffen op uit de grond en slaan deze op voor later gebruik.

Laat de studenten een schema maken van de functies van wortels.

Functies van stengels

Stengels transporteren water en voedingsstoffen naar de rest van de plant en ondersteunen de plant.

Laat de studenten een schema maken van de functies van stengels.

Functies van bladeren

Bladeren maken voedsel voor de plant door middel van fotosynthese en produceren zuurstof.

Laat de studenten een schema maken van de functies van bladeren.

Functies van bloemen en vruchten

Bloemen helpen bij de voortplanting van de plant en vruchten beschermen de zaden en helpen bij de verspreiding van de zaden.

Laat de studenten een schema maken van de functies van bloemen en vruchten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.